Promotie mw. I. Visser: De executoriale verkoop van onroerende zaken door de hypotheekhouder
Wanneer: | do 30-05-2013 om 16:15 |
Promotie: mw. I. Visser, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: De executoriale verkoop van onroerende zaken door de hypotheekhouder
Promotor(s): prof.mr. L.C.A. Verstappen
Faculteit: Rechtsgeleerdheid
Wetgeving executieveilingen kan beter
De wetgeving aangaande executieveilingen kan beter. Dat stelt promovenda Irene Visser. Uit diverse mediaberichten en onderzoeken blijkt dat de opbrengst bij de executoriale verkoop van woningen te laag is. Ook bestaat behoefte aan het gebruik van moderne communicatiemiddelen en een toekomstbestendige executoriale verkoopprocedure. Bovendien neemt het de laatste jaren toe: waar het aantal executieveilingen tot 2003 onder de 1000 lag, is dat in 2012 opgelopen naar 2488 per jaar. Deze ontwikkelingen rechtvaardigen de vraag of de huidige wetgeving de juiste juridische kaders bevat voor een optimale executoriale verkoopprocedure die leidt tot een zo hoog mogelijke netto-opbrengst. Deze ontwikkelingen vormen de aanleiding voor Vissers onderzoek.
Visser onderzocht voor het eerst de gehele wettelijke executoriale verkoopprocedure van onroerende zaken door de hypotheekhouder vanuit juridisch perspectief, in het bijzonder ten aanzien van woningen. Uit het onderzoek komen diverse knelpunten in het streven naar een zo hoog mogelijke netto-opbrengst naar voren. Zo is de regeling onvoldoende flexibel, waardoor nieuwe technologische ontwikkelingen moeilijk kunnen worden ingepast én de procedure onvoldoende kan worden toegespitst op het ter verkoop aangeboden goed. Voorts dient, ten behoeve van het bereiken van particulieren, de alternatieve procedure voor de openbare veiling (onderhandse verkoop) grondig te worden aangepast. Ook moet de positie van een aantal gerechtigden, zoals de huurder, meer in lijn worden gebracht met de algemene vermogensrechtelijke uitgangspunten. Het door de minister van Veiligheid en Justitie ingediende wetsvoorstel dat aanpassingen in de executoriale verkoopprocedure bevat, is in het onderzoek meegenomen.
Irene Visser (Noordoostpolder, 1982) studeerde Notarieel recht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek aan het Groningen Groningen Centre for Law and Governance (GCL), Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Visser werkt nu als senior jurist bij Netwerk Notarissen in Baarn.