Promotie mw. A.C. van Buul: In vreemde grond geworteld. Prerafaëlitisme in de Nederlandse literatuur en beeldende kunst (1855-1910)
Wanneer: | do 24-01-2013 om 16:15 |
Promotie: mw. A.C. van Buul, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: In vreemde grond geworteld. Prerafaëlitisme in de Nederlandse literatuur en beeldende kunst (1855-1910)
Promotor(s): prof.dr. M.G. Kemperink
Faculteit: Letteren
Prerafaëlitisme in de Nederlandse literatuur en beeldende kunst (1855-1910)
Anne van Buul toont in haar proefschrift aan hoe het prerafaëlitisme vanaf 1855 in Nederland bekend werd en hoe deze stroming in de Engelse literatuur en beeldende kunst door Nederlandse schrijvers en kunstenaars ontvangen is. In 1848 richtte een groep jonge Engelse schilders en schrijvers de ‘Pre-Raphaelite Brotherhood’ op. Hun doel was zich gezamenlijk in te zetten voor de vernieuwing van de kunsten. Aan het einde van de negentiende eeuw groeide het prerafaëlitisme uit tot een brede culturele beweging. Met de term ‘prerafaëlitisme’ werd niet langer alleen het werk van de leden van de broederschap aangeduid, maar ook andere Engelse literatuur, beeldende en toegepaste kunst uit de periode 1848-1900. Dit amalgaam van Engelse literatuur en kunst heeft in Nederland een grote impact gehad.
Van Buul laat zien hoe bij de kennismaking met een nieuwe stroming een proces van gewenning en geleidelijke acceptatie op gang komt. De nieuwe prerafaëlitische (realistische) kunst werd in eerste instantie bekritiseerd om de felle kleuren en het detailrealisme, dat niet aansloot bij de normen en waarden omtrent kunst die Nederlandse critici er rond het midden van de negentiende eeuw op nahielden. Naarmate die normen veranderden en het realisme minder negatieve connotaties kreeg, veranderde ook de houding ten opzichte van de prerafaëlitische kunst. Van Buul toont vervolgens dat het prerafaëlitisme in verschillende perioden op verschillende manieren werd opgevat, al naar gelang de behoeften van de ontvangers. Het prerafaëlitisme kon hen van pas komen bij het formuleren van hun eigen kunstopvattingen, kon worden ingezet als autoriteitsargument, kon een voorbeeld vormen voor de richting waarin Nederlandse schrijvers en kunstenaars hun eigen werk wilden ontwikkelen, en bovendien kon men zichzelf ermee profileren. Tegelijkertijd werpt het onderzoek licht op een aantal factoren die ervoor kunnen zorgen dat een bepaalde stroming ook weer ‘uit de mode’ raakt. In het geval van het prerafaëlitisme waren dat bijvoorbeeld het feit dat de mediëvalistische kunstprincipes en het terugverlangen naar het machineloze tijdperk na 1900 niet meer aansloten bij de behoeften van de moderne maatschappij. Maar ook het feit dat de Engelsen in Zuid-Afrika oorlog voerden tegen de Boeren maakte dat de Engelse cultuur en het prerafaëlitisme als deel daarvan in een kwaad daglicht kwam te staan. Ook de associatie van het prerafaëlitisme met decadentie en degeneratie kwam de receptie ervan niet altijd ten goede. Al met al werd rond 1910 toch nog steeds niet volledig afgerekend met het prerafaëlitisme en is er altijd een zekere belangstelling voor blijven bestaan. Maar in het fin de siècle heeft de Engelse kunst en literatuur, naast de Franse en soms zelfs als beter alternatief voor de dominante Franse invloed, een belangrijke functie vervuld in het werk en denken van vele Nederlandse schrijvers en kunstenaars.
Anne van Buul (Eindhoven, 1983) studeerde Letterkunde en Literatuurwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze verrichtte haar onderzoek aan het Instituut voor Cultuurwetenschappelijk Onderzoek Groningen, Faculteit der Letteren van de RUG.