Promotie dhr. H. Kusano: Prognostic aspects of hepatocellurar carcinoma
Wanneer: | wo 04-12-2013 om 12:45 |
Waar: | Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen |
Promotie: dhr. H. Kusano
Proefschrift: Prognostic aspects of hepatocellurar carcinoma
Promotor(s): prof.dr. A.S.H. Gouw, prof.dr. G Molema, prof.dr. H. Yano
Faculteit: Medische Wetenschappen
Onderzoek naar vooruitzichten van leverkanker
Hepatocellulair carcinoom (HCC), een kwaadaardige tumor die uitgaat van de levercellen, wordt vaak pas in een laat stadium vastgesteld. Hironori Kusano onderzocht in zijn promotieonderzoek twee factoren die de vooruitzichten van patiënten beïnvloeden, micro-vasculaire invasie (de aanwezigheid van tumorcellen in de kleine bloedvaten) en interferon-therapie.
Kusano stelt voorop dat HCC, wereldwijd de zesde meest voorkomende kankersoort met een hoog sterftecijfer, in Nederland relatief weinig voorkomt. HCC komt meestal voor in combinatie met levercirrose, het proces waarin ontstoken levercellen afsterven en vervangen worden door littekenweefsel. Het feit dat HCC in een zieke lever voorkomt beperkt het aantal behandelingsmogelijkheden. Het behandelbeleid van patiënten met HCC is daarom niet alleen gebaseerd op de grootte en het aantal tumoren, maar ook op hoe de lever er aan toe is.
De promovendus ontdekte dat microvasculaire invasie in HCC geassocieerd is met toename van het gehalte van enkele groeifactoren in de directe omgeving van de tumor die de vorming van abnormale bloedvaten kunnen stimuleren. In zulke bloedvaten kunnen de tumorcellen beter doordringen. Er zijn tegenwoordig nog geen betrouwbare methoden om microvasculaire invasie preoperatief vast te stellen.
Bij veel HCC-patiënten wordt de tumor te laat ontdekt om nog een levertransplantatie uit te kunnen voeren. In het tweede deel van zijn onderzoek onderzocht Kusano daarom de effectiviteit van twee medicijnen in een experimenteel model die samen en afzonderlijk werden toegediend. Omdat de effectiviteit van de verschillende combinaties verschilde, concludeert hij dat er moleculair onderzoek nodig is om te bepalen welke subtype HCC voortaan het beste met welk medicijn behandeld kan worden.
Hironori Kusano (Hita, Japan, 1978) studeerde Geneeskunde aan de Oita University in Japan. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij de afdeling Pathologie en Medische Biologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd met een Bernoulli beurs. Kusano werkt aan de Kurume University School of Medicine in Japan.