Promotie dhr. E.D.C. Neppelenbroek: Softwarebetrekkingen. De auteur, de verkrijger en hun vermogensrechtelijke positie jegens derden
Wanneer: | do 27-06-2013 om 16:15 |
Waar: | Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen |
Promotie: dhr. E.D.C. Neppelenbroek, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: Softwarebetrekkingen. De auteur, de verkrijger en hun vermogensrechtelijke positie jegens derden
Promotor(s): prof.mr.dr. F.M.J. Verstijlen, prof.mr. A.A. Quaedvlieg
Faculteit: Rechtsgeleerdheid
Onderzoek naar de vermogensrechtelijke positie van de gebruiker van software
De Nederlandse wetgever dient te voorzien in een auteursrechtelijk absoluut recht voor de kopende rechtmatige verkrijger van software. Dat stelt Evert Neppelenbroek op basis van zijn promotieonderzoek naar de vermogensrechtelijke positie van de gebruiker van software.
De vermogensrechtelijke positie van de gebruiker van software is al geruime tijd omstreden in binnen- en buitenland. De verkrijging van software laat zich niet meer vergelijken met de traditionele verkrijging van een stoffelijk exemplaar van een auteursrechtelijk beschermd werk zoals een schilderij. De ‘rechtmatige verkrijger’ van software heeft na de invoering van de Europese softwarerichtlijn op zijn minst een auteursrechtelijke licentie nodig om rechtmatig van zijn software gebruik te mogen maken. Hiermee is voor de gebruiker de van oudsher vanzelfsprekende zelfstandige positie als eigenaar van het exemplaar irrelevant geworden. De afhankelijke licentiepositie is in het Nederlandse recht zichtbaar bij het faillissement van de leverancier van software. Het is dan de vraag of de licentie van de gebruiker moet worden gerespecteerd door de faillissementscurator van de leverancier. De auteursrechtelijke dimensie van de verkrijging van software beïnvloedt verder een aantal contractuele kwalificatievragen. Neppelenbroek geeft in zijn proefschrift aan hoe het Nederlandse kooprecht van toepassing kan zijn bij een definitieve verleende licentie en hoe de licentieverschaffing plaats kan vinden bij de verspreiding van softwareproducten via een reseller. Daarbij wordt kritisch ingegaan op de ontstane contractuele arrangementen. De discussie over de juridische positie van de softwaregebruiker heeft een impuls gekregen door de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU inzake Usedsoft/Oracle. In de slotbeschouwing wordt aangegeven hoe dit Europese arrest kan worden ingepast in de verdedigde theorie omtrent de plaats van software in het nationale vermogensrecht.
Evert Neppelenbroek studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij verrichtte zijn onderzoek bij de vakgroep privaatrecht en notarieel recht, subsectie goederenrecht, Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).