Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Stressvolle gebeurtenissen bepalen temperament pubers

04 september 2013

Stressvolle gebeurtenissen hebben effect op de manier waarop iemands temperament zich ontwikkelt tijdens de adolescentie. Jongeren die stressvolle gebeurtenissen hebben meegemaakt zijn op 16-jarige leeftijd meer gefrustreerd dan als 11-jarige. Niet alleen geldt dit bij heel ernstige gebeurtenissen, maar ook voor (meerdere) milde gebeurtenissen die bijna iedereen wel eens meemaakt als verhuizingen. Jongeren die geen stress meemaken zijn juist minder snel gefrustreerd naarmate ze ouder worden. Ook hebben jongeren na stressvolle gebeurtenissen een grotere kans om psychische aandoeningen te ontwikkelen, zoals depressie of gedragsproblemen. Dit blijkt uit onderzoek van psycholoog Odilia Laceulle van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij promoveert op 9 september 2013 aan de Rijksuniversiteit Groningen op haar proefschrift. Haar onderzoek maakt deel uit van de langlopende TRAILS-studie (TRacking Adolescents' Individual Lives Survey (TRAILS).

Stressvolle gebeurtenissen zijn bekende risicofactoren voor de ontwikkeling van psychische aandoeningen. Deze laatste komen vanaf het begin van de adolescentie vaker voor. Deze stijging, in combinatie met de biologische, psychische en sociale veranderingen die kenmerkend zijn voor de adolescentie, leidt tot de vraag of de adolescentie kan worden gezien als een gevoelige periode wat betreft de invloed van stress. Laceulle ging in haar onderzoek na welke soorten stress deze effecten kunnen hebben en onderzocht of alleen stress temperament beïnvloedt of dat adolescenten met een bepaald temperament ook meer kans hebben stressvolle gebeurtenissen mee te maken. Ook keek zij of sommige jongeren sterker reageren op stressvolle gebeurtenissen dan anderen en keek zij naar de ontwikkeling van psychische aandoeningen op lange termijn.

Gevolgen stressvolle gebeurtenis

Laceulle volgde groepen adolescenten op 11-, 16- en 19-jarige leeftijd via vragenlijsten en interviews en tijdens een sociale stresstaak in het laboratorium op 16- en 19-jarige leeftijd. Uit haar onderzoek blijkt dat jongeren die blootgesteld zijn aan stress, minder ontwikkeling hebben van hun temperament; zij kunnen zich minder goed aanpassen aan en omgaan met situaties. Tevens blijkt dat jongeren die stressvolle gebeurtenissen meemaakten, enkele jaren daarna minder goed hun aandacht kunnen reguleren. Tegelijkertijd blijkt ook dat jongeren die moeite hebben met het reguleren van aandacht een grotere kans hebben op het meemaken van stressvolle gebeurtenissen enkele jaren later. Daarnaast bleken jongeren die tussen hun 16de en 19de jaar stressvolle gebeurtenissen hadden meegemaakt een andere lichamelijke reactie op stress te laten zien dan andere jongeren; zij maakten minder van het stresshormoon cortisol aan tijdens de stresstaak in het laboratorium.

Psychische aandoeningen

De resultaten van het onderzoek van Laceulle laten zien dat veranderingen in temperament psychische aandoeningen voorspellen. Zo hebben adolescenten die een stijging laten zien in frustratie, een grotere kans om een psychische aandoening te ontwikkelen dan zij die juist dalen in frustratie. Ook blijkt dat kinderen en adolescenten die veel psychologische problemen hebben een grotere kans hebben om stressvolle gebeurtenissen mee te maken.

TRAILS

Voor het onderzoek in dit proefschrift is gebruik gemaakt van data van TRAILS (TRacking Adolescent’s Individual Lives Survey). TRAILS is een cohortonderzoek onder 2230 adolescenten uit Noord Nederland. Deze adolescenten worden om de 2 á 3 jaar geïnterviewd, vanaf hun 11de totdat ze tenminste 25 jaar oud zijn.

Curriculum Vitae

Odilia Laceulle (Haarlem, 1983) studeerde Psychologie aan de Universiteit Utrecht. Zij verrichtte haar onderzoek bij de afdeling Psychiatrie van het UMCG als deelstudie van TRAILS. De titel van haar proefschrift is: ‘Programming effects of adversity on adolescent adaptive capacity’. Haar onderzoek werd mede mogelijk door een financiële bijdrage van NWO. Na haar promotie gaat zij werken als postdoc onderzoeker bij de afdeling Psychiatrie van het UMCG en de afdeling Ontwikkelingspsychologie van de Universiteit Utrecht.

Noot voor de pers

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van het UMCG, bereikbaar op telefoonnummer (050) 361 22 00

Laatst gewijzigd:13 maart 2020 02:17
View this page in: English

Meer nieuws

  • 26 november 2024

    De angst om te eten

    Renate Neimeijer doet onderzoek naar eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Haar lopende onderzoek richt zich op de vermijdende en restrictieve voedselinname stoornis ARFID.

  • 05 november 2024

    Hebben ouders invloed op de roze of grijze bril van hun kinderen?

    Hoe ontstaat een positieve blik eigenlijk? In hoeverre is opvoeding hierbij van belang? En welke rol speelt optimisme eigenlijk in het dagelijks leven van ouders en kinderen? Charlotte Vrijen probeert een antwoord te vinden op deze vragen. Ze doet...

  • 10 september 2024

    Steeds weer de verkeerde

    Julie Karsten onderzoekt hoe ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag de online partnerkeuze van jongeren beïnvloeden. Ze richt zich vooral op de vraag of mensen die eerder ‘dader’ of ‘slachtoffer’ zijn geweest elkaar opzoeken. Door deze...