Meer dan 2000 vrouwen ontwikkelen elk jaar PTSS na de bevalling
Negen procent van de vrouwen vindt de bevalling een traumatische ervaring. Jaarlijks ontwikkelt zich bij ruim 2000 vrouwen een Posttraumatische Stress Stoornis (PTSS) na de bevalling. Dit stelde UMCG-onderzoeker en gynaecoloog in opleiding Claire Stramrood vast. Veel vrouwen durven na een traumatisch ervaren bevalling nooit meer zwanger te worden, of ‘eisen’ een geplande keizersnede in een volgende zwangerschap. “Er rust een taboe op psychische aandoeningen bij zwangeren en kraamvrouwen, terwijl veel vrouwen hiermee te maken krijgen. Ik pleit voor betere signalering van PTSS na de bevalling”, zegt Stramrood die op 26 juni 2013 promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen.
PTSS symptomen komen vooral vaker voor na een ongeplande (spoed)keizersnede, bij vrouwen die veel pijn ervaren tijdens de bevalling en bij degenen die moeilijk met stress kunnen omgaan. Als rekening wordt gehouden met gecompliceerde bevallingen, is er geen verschil in het optreden van PTSS na thuis- en ziekenhuisbevallingen.
Complicaties
Vrouwen die complicaties krijgen tijdens de zwangerschap waardoor ze (veel) te vroeg bevallen, hebben een grote kans op PTSS. Stramrood stelde PTSS vast bij 14% van de vrouwen met ernstige zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie/HELLP-syndroom) of bij wie de vliezen voortijdig waren gebroken. “Bij deze groep vrouwen is de kans op PTSS zo groot dat je er standaard op zou moeten screenen na de bevalling”, stelt Stramrood. Vijftien maanden na de bevalling heeft 11% van de vrouwen die zwangerschapsvergiftiging had nog steeds PTSS.
Partners
Ook partners van vrouwen met zwangerschapscomplicaties kunnen na de bevalling PTSS ontwikkelen. Stramrood vond een opvallend sterke samenhang tussen de vrouw en haar partner in de ernst van de PTSS symptomen. Zij pleit ervoor om ook oog te hebben voor het psychisch welbevinden van partners.
Veelbelovend
Er is nauwelijks onderzoek gedaan naar een effectieve behandeling van PTSS na de bevalling. Stramrood voerde een eerste, verkennend onderzoek uit naar EMDR-behandeling. Deze methode maakt gebruik van snelle oogbewegingen die een positief effect kunnen hebben op traumaverwerking. Zij vond bij vrouwen na EMDR-behandeling een afname van PTSS symptomen. Ook kregen de vrouwen vertrouwen om bij een volgende zwangerschap een vaginale baring aan te durven. Volgens Stramrood is het wenselijk om meer onderzoek te doen naar EMDR en of het bijdraagt aan een positief verloop van een volgende bevalling.
Curriculum Vitae
Claire Stramrood (Apeldoorn, 1983) studeerde Geneeskunde aan de Universiteit Utrecht. Zij voerde haar onderzoek uit bij de Afdeling Gynaecologie en Obstetrie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) binnen de onderzoekslijnen psychosomatische obstetrie & gynaecologie en pre-eclampsie, onder begeleiding van prof.dr. W.C.M. Weijmar Schultz, prof.dr. A.J.J.M. Vingerhoets, prof.dr. P.P. van den Berg, dr. M.G. van Pampus en dr. K.M. Paarlberg. Stramrood is in opleiding tot gynaecoloog in Meander Medisch Centrum Amersfoort. De titel van haar proefschrift is “Posttraumatic stress following pregnancy and childbirth”.
Noot voor de pers
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van het UMCG, bereikbaar op telefoonnummer (050) 361 22 00
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 02:18 |
Meer nieuws
-
27 augustus 2024
UMCG gaat onderzoeksfaciliteiten beschikbaar stellen voor geneesmiddelenontwikkeling
Om de beschikbaarheid en effectiviteit van geneesmiddelen in Nederland te verbeteren gaat het UMCG het bedrijf G² Solutions opzetten. Dit bedrijf moet ervoor gaan zorgen dat belangrijke technologische ontwikkelingen op het gebied van DNA sequencing...
-
17 juli 2024
Veni-beurzen voor tien onderzoekers
Aan tien onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG is een Veni-beurs van maximaal 320.000 euro toegekend. De Veni-beurzen worden jaarlijks toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) en zijn...
-
16 juli 2024
Geneeskunde nog altijd gestoeld op de man
Aranka Ballering onderzocht het ziektetraject dat mensen met veelvoorkomende klachten afleggen. Een van de opvallendste uitkomsten: vrouwen doorlopen gemiddeld een ander en minder uitgebreid traject dan mannen.