Fetal and neonatal environment: effects on bile acid and lipid metabolism
Promotie: mw. H. van Meer, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: Fetal and neonatal environment: effects on bile acid and lipid metabolism
Promotor(s): prof.dr. H.J. Verkade
Faculteit: Medische Wetenschappen
Nader inzicht in effect ondervoeding foetus op vetstofwisseling
Ondervoeding van de foetus kan het risico op chronische aandoeningen als diabetes, obesitas, hart- en vaatziekten en een verstoorde vetstofwisseling verhogen. Dit verband tussen prenatale voeding en ontwikkeling van ziekten op latere leeftijd wordt ook wel ‘metabolic programming’ genoemd. Inzicht in het mechanisme van metabolic programming zou kunnen leiden tot specifieke vroege voedingsstrategieën die de gezondheid in de volwassenheid positief beïnvloeden.
Hester van Meer onderzocht het effect van verschillende voedings- of farmacologische manipulaties tijdens de foetale periode op de vetstofwisseling. Door zwangere muizen op een eiwitarm dieet te zetten, onderzocht Van Meer de stofwisseling van de nakomelingen. Het dieet tijdens de zwangerschap bleek geen effect te hebben op het transport van cholesterol van moeder naar foetus in muizen, of op de vetstofwisseling in de foetus in de laatste fase van de zwangerschap.
In mensen leidt groeivertraging in de baarmoeder niet tot significante aanpassingen in de foetale vetstofwisseling, zoals de aanmaak van cholesterol en van vetzuren, zo stelt Van Meer verder vast. Het toedienen van een farmacologische stof die de werking activeert van LXR (een belangrijke regulator van het cholesterol- en vetmetabolisme) aan zwangere muizen leidde in de muizenfoetussen tot sterke veranderingen op het vetmetabolisme. Deze werken echter nauwelijks door tot in de jongvolwassenheid. De studies tonen aan dat langetermijneffecten van ondervoeding van de foetus op de vetstofwisseling niet verklaard worden door foetale aanpassingen in de vetstofwisseling.
Hester van Meer (Baarn, 1972) studeerde geneeskunde te Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek aan de afdeling Kindergeneeskunde (laboratorium Liver, Digestive and Metabolic Diseases) van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en binnen onderzoeksschool GUIDE. Van Meer blijft ook na haar promotie werkzaam als arts in het UMCG.
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 00:59 |
Meer nieuws
-
27 augustus 2024
UMCG gaat onderzoeksfaciliteiten beschikbaar stellen voor geneesmiddelenontwikkeling
Om de beschikbaarheid en effectiviteit van geneesmiddelen in Nederland te verbeteren gaat het UMCG het bedrijf G² Solutions opzetten. Dit bedrijf moet ervoor gaan zorgen dat belangrijke technologische ontwikkelingen op het gebied van DNA sequencing...
-
17 juli 2024
Veni-beurzen voor tien onderzoekers
Aan tien onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG is een Veni-beurs van maximaal 320.000 euro toegekend. De Veni-beurzen worden jaarlijks toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) en zijn...
-
16 juli 2024
Geneeskunde nog altijd gestoeld op de man
Aranka Ballering onderzocht het ziektetraject dat mensen met veelvoorkomende klachten afleggen. Een van de opvallendste uitkomsten: vrouwen doorlopen gemiddeld een ander en minder uitgebreid traject dan mannen.