Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Overlevingskansen bij zeldzame vorm lymfeklierkanker groter

09 augustus 2012

De overlevingskansen van patiënten met een zeldzame vorm van lymfeklierkanker nemen toe, als zij na chemotherapie een onderhoudsbehandeling met het medicijn rituximab krijgen. Het gaat hierbij om oudere patiënten (60+) die het weinig voorkomende mantelcellymfoom hebben. Dit hebben Europese onderzoekers onder leiding van UMCG-hematoloog prof. dr. Hanneke Kluin-Nelemans aangetoond. De resultaten van de studie worden deze week gepubliceerd in The New England Journal of Medicine. “Deze Europese studie laat zien dat we met gezamenlijke inspanning belangrijke verbeteringen in de behandeling van zeldzame vormen van kanker kunnen bereiken,” aldus prof. Kluin-Nelemans.

Het mantelcellymfoom is een zeldzame vorm van non-Hodgkin lymfeklierkanker. Naar schatting wordt de diagnose in Nederland ongeveer 200 keer per jaar gesteld. De helft van de patiënten is ouder dan 60-65 jaar en meer mannen dan vrouwen krijgen deze vorm van kanker. Meestal is de ziekte al in een vergevorderd stadium als de diagnose wordt gesteld.

Europees netwerk

Tot voor kort leek de prognose van patiënten met mantelcellymfoom slecht. Door een groep hematologen is in de jaren ‘90 van de vorige eeuw een Europees netwerk opgericht om het onderzoek naar mantelcellymfoom te bundelen. “De aantallen patiënten zijn per land te klein om onderzoek te kunnen doen. We hebben daarom een gezamenlijke database samengesteld met de gegevens van patiënten uit acht landen. De helft van de mensen bleek na een behandeling nog maar 3 jaar te leven”, licht prof. Kluin-Nelemans toe. De groep hematologen heeft verschillende studies uitgevoerd om de behandeling van mantelcellymfoom te verbeteren. De studie waarover nu wordt gerapporteerd, is gefinancierd door de Europese Unie.

Betere overleving

Aan de studie namen in totaal 560 patiënten deel. De patiënten die goed reageerden op de initiële chemotherapie, kregen vervolgens een onderhoudsbehandeling met een medicijn toegediend. Hierbij werd het middel rituximab vergeleken met interferon-alfa. De 4-jaars overleving na de start van de onderhoudsbehandeling was 58% in de groep die rituximab kreeg, en 29% in de groep die interferon-alfa kreeg. In de meest gunstige groep, waarbij de initiële chemotherapie de ziekte het beste tot staan had gebracht, bleek de 4 jaars overleving op rituximab zelfs 87% te zijn. “Voor het eerst is een grote studie uitgevoerd bij oudere patienten met mantelcellymfoom. We kunnen deze patienten nu een veel betere behandeling bieden, dan eerder mogelijk was,” stelt prof. Kluin-Nelemans.

Meer informatie

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van het UMCG, bereikbaar op telefoonnummer (050) 361 22 00. Persberichten van het UMCG zijn ook te raadplegen op www.umcg.nl . U kunt zich ook abonneren op de digitale nieuwsdienst van het UMCG. Kijk voor meer informatie onder 'nieuws' op www.umcg.nl .  Meer weten over het wetenschappelijk onderzoek van het UMCG? Kijk dan op www.kennisinzicht.umcg.nl .

Laatst gewijzigd:04 juni 2021 08:22
View this page in: English

Meer nieuws

  • 27 augustus 2024

    UMCG gaat onderzoeksfaciliteiten beschikbaar stellen voor geneesmiddelenontwikkeling

    Om de beschikbaarheid en effectiviteit van geneesmiddelen in Nederland te verbeteren gaat het UMCG het bedrijf G² Solutions opzetten. Dit bedrijf moet ervoor gaan zorgen dat belangrijke technologische ontwikkelingen op het gebied van DNA sequencing...

  • 17 juli 2024

    Veni-beurzen voor tien onderzoekers

    Aan tien onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG is een Veni-beurs van maximaal 320.000 euro toegekend. De Veni-beurzen worden jaarlijks toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) en zijn...

  • 16 juli 2024

    Geneeskunde nog altijd gestoeld op de man

    Aranka Ballering onderzocht het ziektetraject dat mensen met veelvoorkomende klachten afleggen. Een van de opvallendste uitkomsten: vrouwen doorlopen gemiddeld een ander en minder uitgebreid traject dan mannen.