Lichaamslengte belangrijk bij Amerikaanse verkiezingen

Zowel in wetenschappelijke literatuur als de populaire media wordt wel beweerd dat een presidentskandidaat in de Verenigde Staten maar één ding hoeft te doen om de verkiezingen te winnen: langer zijn dan zijn tegenstander. Dergelijke stellingen zijn meestal gebaseerd op een arbitraire selectie van verkiezingen en op onvoldoende statistische analyses. Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en de Vrije Universiteit Amsterdam hebben nu op basis van gegevens van alle presidentsverkiezingen aangetoond dat lichaamslengte inderdaad een belangrijke factor is in de Amerikaanse verkiezingen.

Presidentskandidaten die langer waren dan hun tegenstander ontvingen in het verleden nationaal gezien meer stemmen – hoewel ze geen significant grotere kans hadden om de verkiezing daadwerkelijk te winnen. Langere presidenten worden bovendien vaker herkozen, en presidenten zijn gemiddeld veel langer dan mannen uit hetzelfde geboortecohort.

Het lengtevoordeel kan misschien worden verklaard door de associaties die mensen met lengte hebben: langere presidenten worden door geënquêteerde experts (politici en historici) vaker als ‘groot man’ bestempeld, met grotere kwaliteiten op het gebied van leiderschap en communicatie.

'Tall claims? Sense and nonsense about the importance of height of US presidents'; Gert Stulp (Afdeling Psychologie en Afdeling Gedragsbiologie RUG), Abraham P. Buunk (Afdeling Psychologie RUG), Simon Verhulst (Afdeling Gedragsbiologie RUG), Thomas V. Pollet (Afdeling Sociale en Organisatiepsychologie VU Amsterdam)

Gepubliceerd in The Leadership Quarterly, 9 oktober 2012: http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1048984312000884