Kinderen leren door actief mee te denken tijdens het voorlezen
Voorlezen is goed voor kinderen. Zowel voor de taal- en leesontwikkeling als voor de kennisontwikkeling. Myrte Gosen onderzocht hoe dit leren bij kleuters tot stand komt tijdens interactief voorlezen. ‘Jonge kinderen blijken tot enorm veel in staat als leerkrachten tijdens het voorlezen de leerlingen ruimte bieden om actief mee te denken.’ Gosen promoveert 21 juni 2012 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Gosen koos bij haar onderzoek voor een kwalitatieve aanpak. Maar liefst 36 voorleessessies zijn op video opgenomen en nauwkeurig getranscribeerd. Ze onderzocht niet zozeer wat kinderen individueel leren tijdens voorleessessies, maar vooral hoe dat leren zichtbaar wordt in de interactie met de leerkracht en tussen kleuters onderling. Gosen: ‘Door heel precies te beschrijven hoe kinderen op de leerkracht en op elkaar reageren, worden patronen al snel duidelijk.’ Zo ontdekte Gosen dat leerlingen bij verschillende leerkrachten op dezelfde manier komen tot verklaringen en oplossingen tijdens het interactief voorlezen.
Nieuwe kennis opdoen
‘Ik vond het bijzonder om te merken tot hoeveel jonge kinderen al in staat zijn,’ aldus Gosen. ‘Ze bedenken niet alleen oplossingen voor wat er precies op het plaatje gebeurt, maar denken ook verder.’ Op deze manier geven prentenboeken aanleiding tot inhoudelijke ‘gesprekken’ over andere thema’s dan het hier en nu. Zo krijgen kleuters de gelegenheid om samen nieuwe kennis op te doen over thema’s uit het boek. Een van de boeken die bijvoorbeeld werd gebruikt bij de voorleessessies was Kleine muis zoekt een huis. Hierin loopt een muis aan tegen het probleem dat hij een appel vindt die niet door het gat van zijn deur past. Gosen: ‘Gedurende het boek bedenken kinderen allemaal mogelijke oplossingen. Hij kan het hol groter maken, de appel opeten of in stukjes snijden…’ Aan het eind kunnen ze hun eigen hypothese testen aan de hand van het echte verhaal. Als een definitieve verklaring of oplossing in het boek eenmaal duidelijk is, blijken leerlingen deze kennis in het vervolg ook toe te passen.
‘Onwetende’ leerkracht
Het is belangrijk dat leerkrachten kinderen stimuleren, door niet te zeggen of de verklaringen of oplossingen goed of fout zijn. Gosen: ‘Door reacties bijvoorbeeld te accepteren met een uitspraak als ‘dat zou kunnen’, gaan kinderen nog meer bedenken en bouwen ze voort op elkaars antwoorden. Soms reageren kinderen dan nadrukkelijk op elkaar. Bijvoorbeeld door te zeggen ‘volgens mij is dat niet zo’ en dan te komen met een andere verklaring of oplossing. Deze interacties lijken een voorbode van hoe volwassenen met elkaar kennis ontwikkelen tijdens bijvoorbeeld een discussie.’ Het is goed als leerkrachten zich van deze mogelijkheden bewust zijn en open vragen stellen en niet te snel met feedback komen. Boeken zijn daarvoor het perfecte hulpmiddel, stelt Gosen. ‘In veel andere situaties geloven kinderen niet dat je als leerkracht het antwoord niet weet. Bij een boek accepteren ze het als je zegt dat je het ook niet weet en voorstelt samen te ontdekken hoe het zit.’
Kracht van herhaling
Prentenboeken hebben vaak een herhalend karakter. Dit draagt bij aan de kennisontwikkeling doordat leerlingen hun kennis herhaaldelijk kunnen toetsen en toepassen. Daar kun je als leerkracht goed mee spelen, merkte Gosen. ‘Bied kinderen de ruimte te kijken of ze parallellen zien tussen plaatjes of delen van het verhaal. Of laat ze nog meer oplossingen bedenken.’ Dat gaat natuurlijk makkelijker als kinderen het boek tijdens de hele voorleessessie goed kunnen zien. Daarom bleef het voorleesboek tijdens deze sessies constant op een boekensteun staan, zodat leerlingen langer konden kijken en nadenken.
Thuis op ontdekkingstocht
Ook thuis kunnen kleuters baat hebben bij een actieve voorleeshouding, denkt Gosen. ‘Je kunt als ouder proberen je kleuter op een andere manier voor te lezen. Bijvoorbeeld door het lezen af en toe te onderbreken om uitdagende vragen te stellen.’ Over de problemen waar de hoofdpersoon tegenaan loopt, bijvoorbeeld. ‘Het helpt daarbij je als ouder onwetend op te stellen. Zo kun je echt samen op ontdekkingstocht.’ Ook bij oudere kinderen kan deze techniek goed werken, denkt Gosen. ‘Maar in de leeftijdsfase van kleuters hebben juist prentenboeken heel veel te bieden.’
Curriculum vitae
Myrte Naomi Gosen (Alkmaar, 1984) studeerde Nederlandse taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze promoveert aan de Faculteit der Letteren bij prof.dr. C.M. de Glopper en co-promotor dr. J Berenst. De titel van haar proefschrift luidt: Tracing learning in interaction. An analysis of shared reading of picture books at kindergarten. Gosen werkt als docent aan de Faculteit der Letteren van de RUG. Daarnaast is ze onderzoeker bij NHL Hogeschool in Leeuwarden binnen het lectoraat Taalgebruik & Leren.
Voor meer informatie
- Myrte Gosen, tel. 050 - 363 58 59
- In Hoe?Zo!-radio was Gosen dit jaar te gast bij de kettingvraag over de functie van voorlezen
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:48 |
Meer nieuws
-
25 november 2024
Liekuut | Geef jongeren een culturele hangplek én een stem
Jongeren weten heel goed wat ze op cultureel gebied zouden willen zien en horen, alleen vertaalt zich dat nog niet altijd naar de programmering door culturele instellingen. Volgens Johan Kolsteeg, universitair docent kunstwetenschappen en bestuurslid...
-
08 oktober 2024
Passie voor duurzame mode
De Chileense journalist María Pilar Uribe Silva wijdde al haar halve leven aan het verduurzamen van de kledingindustrie. Deze zomer startte ze haar PhD aan de RUG. ‘Ik denk dat het kán, een duurzamere en rechtvaardigere kledingsector. Wat we nodig...
-
08 oktober 2024
De tong volgen
Thomas Tienkamp en Teja Rebernik leggen uit hoe fundamenteel onderzoek naar articulatie kan helpen om spraakstoornissen te verklaren en in de toekomst mogelijk kan bijdragen aan het herstel van mensen met spraakstoornissen.