Het nieuwe werken niet voor iedereen een vooruitgang
Mensen die behoefte hebben aan structuur, profiteren niet van ‘het nieuwe werken’. Meer eigen verantwoordelijkheid, thuis werken en flexibele werktijden motiveren hen niet extra en verbeteren hun creatieve prestaties evenmin. Dat blijkt uit onderzoek waarop psycholoog Marjette Slijkhuis op 29 maart 2012 promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Werkgevers kunnen met het nieuwe werken minder besparen dan ze denken.’
Het werkende leven verandert. In steeds meer organisaties bepaalt niet langer de leidinggevende waar of wanneer medewerkers werken, maar doen zij dit zelf. Deze verandering wordt wel aangeduid als ‘het nieuwe werken’. Door inzet van nieuwe (communicatie)technologie kunnen mensen een deel van hun werk thuis doen, op zelfgekozen werktijden. Veel werkgevers omarmen het nieuwe werken. Zij denken te kunnen bezuinigen en tegelijk aan de wensen van hun personeel tegemoet te komen. Maar zo eenvoudig is het niet, toont Slijkhuis aan.
Minder gemotiveerd
Slijkhuis enquêteerde honderden medewerkers uit de overheidssector, het onderwijs, de consultancy- en de technische sector. Slechts een deel van de werknemers profiteert van het nieuwe werken, zo laat haar onderzoek zien. Mensen met een geringe behoefte aan structuur geven aan dat zij extra gemotiveerd raken door de vrijheid en flexibiliteit van het nieuwe werken. Maar mensen met een grotere behoefte aan structuur raken niet extra gemotiveerd, en hun creatieve prestaties nemen niet toe. Slijkhuis: ‘Veel werkgevers denken dat íedereen op vrijheid en autonomie zit te wachten. Mijn onderzoek laat zien dat dat niet klopt.’
Liever een duidelijke chef
Het nieuwe werken verandert de manier waarop leidinggevenden feedback geven. Zij oefenen minder toezicht uit op de manier van werken, maar sturen vooral op de geboekte resultaten. Deze andere manier van leidinggeven werkt niet voor alle medewerkers even goed, zo blijkt uit een veldstudie. Mensen met een geringe behoefte aan structuur raken gedemotiveerd door controlerende praktijken van hun leidinggevende. Maar mensen die behoefte hebben aan structuur, stellen het juist op prijs wanneer hun werkwijze stap voor stap wordt gecontroleerd.
Jongeren niet autonomer
Opvallend is dat deze uitkomsten niet alleen gelden voor ouderen, maar ook voor jongeren. Slijkhuis: ‘Onze studie naar motivatie en feedbackstijl voerden we uit onder studenten. Er wordt vaak beweerd dat jongeren meer behoefte hebben aan vrijheid en autonomie dan ouderen, maar ook onder de studenten bleek een duidelijke groep behoefte te hebben aan een controlerende vorm van feedback.’
Minder besparen
Met haar onderzoek laat Slijkhuis zien dat het nieuwe werken niet voor iedereen een vooruitgang is. Werkgevers kunnen er dan ook minder mee besparen dan ze denken: sommige van hun werknemers zullen niet beter presteren. Maar ook werknemers moeten hun ideeën bijstellen. Slijkhuis: ‘Je hoort vaak dat iedereen zo zelfstandig en zo onafhankelijk mogelijk wil werken. Maar dat is niet zo. Sommige mensen hebben wel degelijk behoefte aan een leidinggevende die ze duidelijk vertelt wat ze moeten doen. Maar dat is niet eenvoudig om toe te geven.’
Curriculum vitae
Marjette Slijkhuis (Hattem, 1979) rondde in 2007 de master Human Behaviour in Social Contexts af aan de RUG. Ze verrichtte haar promotieonderzoek bij de afdeling Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen en binnen het Kurt Lewin Institute. Ze promoveert in de Gedrags- en Maatschappijwetenschappen bij prof.dr. Nico van Yperen. Inmiddels werkt Slijkhuis als docent psychologie aan de Hanzehogeschool. De titel van het proefschrift luidt: ‘A structured approach to need for structure at work’.
Noot voor de pers
Contact: Marjette Slijkhuis, e-mail: j.m.slijkhuis rug.nl
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:51 |
Meer nieuws
-
26 november 2024
De angst om te eten
Renate Neimeijer doet onderzoek naar eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Haar lopende onderzoek richt zich op de vermijdende en restrictieve voedselinname stoornis ARFID.
-
05 november 2024
Hebben ouders invloed op de roze of grijze bril van hun kinderen?
Hoe ontstaat een positieve blik eigenlijk? In hoeverre is opvoeding hierbij van belang? En welke rol speelt optimisme eigenlijk in het dagelijks leven van ouders en kinderen? Charlotte Vrijen probeert een antwoord te vinden op deze vragen. Ze doet...
-
10 september 2024
Steeds weer de verkeerde
Julie Karsten onderzoekt hoe ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag de online partnerkeuze van jongeren beïnvloeden. Ze richt zich vooral op de vraag of mensen die eerder ‘dader’ of ‘slachtoffer’ zijn geweest elkaar opzoeken. Door deze...