Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Groot sociaal netwerk heeft positieve invloed op studieresultaten

23 februari 2011

In het huidige onderwijsstelsel ligt de nadruk sterk op het voorkomen van studievertraging. Studenten worden aangemoedigd alle beschikbare tijd in hun studie te stoppen. Geen bestuursfuncties meer, liever geld lenen dan een bijbaantje… Alles om de studie zo snel mogelijk af te ronden. Het kan ook anders, ontdekte Lilian Eggens. ‘Inzetten op een goede motivatie is veel effectiever.’ Eggens promoveert op 3 maart aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Eggens onderzocht de invloed van persoonlijkheid van studenten in het hoger onderwijs op hun persoonlijk netwerk en de manier waarop ze zichzelf met anderen vergelijken. Ook onderzocht ze de invloed van de persoonlijkheid en het persoonlijk netwerk op de studievoortgang en cijfers. 

Omvang en leeftijd

Een relatief groot sociaal netwerk blijkt een positieve invloed te hebben op de studieresultaten. Eggens: ‘Je zou kunnen denken dat het onderhouden van al die contacten tijd en energie kost, die dus niet besteed kan worden aan het studeren. In de praktijk blijkt de grootte van het netwerk echter juist een positief effect te hebben. Hoe groter het netwerk, hoe kleiner de kans op studievertraging. Het netwerk fungeert waarschijnlijk als vangnet, kruiwagen en als buffer tegen de negatieve gevolgen van stress.’ Dit positieve effect gaat niet op bij studenten met een relatief oud netwerk. Dat wil zeggen, een netwerk waarvan de leden in het netwerk gemiddeld ouder zijn. Eggens: ‘Waarschijnlijk is dat omdat de verschillende leden van het netwerk in een andere levensfase zitten. Dat kan rolconflicten opleveren die van invloed zijn op het studiegedrag.’

Persoonlijkheidskenmerken

Eggens onderzocht de studenten op verschillende persoonlijkheidskenmerken. Ze gebruikt hiervoor de ‘Big Five’-persoonlijkheidstheorie. Hierin vormen vijf elementen de basis van het begrip persoonlijkheid: extraversie, mildheid, zorgvuldigheid, emotionele stabiliteit en autonomie. De persoonlijkheid is van invloed op de prestaties, maar niet rechtstreeks. Zo zijn zorgvuldige studenten doorgaans gemotiveerder dan studenten die hoog scoren op een van de andere kenmerken. Gemotiveerde studenten halen op hun beurt weer betere studieresultaten. ‘Zo blijkt zorgvuldigheid een goede voorspeller te zijn van studiesucces’, aldus Eggens.

Prestatiemotivatie

De prestatiemotivatie van studenten heeft een belangrijke invloed op het studieresultaat. Eggens: ‘Hierbij speelt niet alleen de intrinsieke motivatie een rol, maar ook hoe belangrijk de student het vindt om te presteren in vergelijking tot andere studenten.’ Eggens bekeek welke elementen het studiesucces voorspellen. Ze keek daarbij naar de prestatiemotivatie, de mate waarin de student tijd besteedt aan andere zaken dan de studie, de neiging om dingen uit te stellen en uitstelgedrag. Van deze variabelen voorspelde alleen motivatie het studiesucces. Gemotiveerde studenten halen hogere cijfers en lopen minder studievertraging op. Het onderhouden van een druk sociaal leven lijkt dus niet ten koste te gaan van de studieprestaties. Eggens: Sterker nog, ik denk dat studenten die er veel naast doen beter belastbaar zijn. 

Emotionele stabiliteit

Een opvallende uitkomst van Eggens’ onderzoek is dat emotioneel stabiele studenten doorgaans minder gemotiveerd zijn dan emotioneel instabiele studenten. ‘Het kan goed zijn dat emotioneel instabiele studenten meer drempelvrees hebben. Ze zijn onzeker en nerveus over hun prestaties en compenseren dit door hard te werken en zich extra in te zetten om goed te presteren. Hun prestatiemotivatie is dus groter.’

Interventies richten op motivatie

Interventies om uitval of vertraging bij studenten te voorkomen zouden ook gericht moeten worden op de motivatie van studenten, stelt Eggens. Prestatiemotivatie heeft invloed op het studiesucces, op de neiging om dingen uit te stellen en het uitstelgedrag. Ook voor studenten zelf kunnen de onderzoeksresultaten interessant zijn, denkt Eggens. ‘Het is goed dat ze zich ervan bewust zijn dat ook andere elementen een rol spelen als het gaat om studiesucces dan ‘hard studeren’, gemotiveerd zijn dus, en zorgen dat je alles op tijd afrondt. Ook de sociale context waarin het leren plaats vindt heeft invloed op hoe goed ze het doen.’

Curriculum vitae

Lilian Eggens (Sleen, 1978) studeerde onderwijskunde aan de RUG en deed haar promotieonderzoek bij het Gronings Instituut voor Onderzoek van Onderwijs in Nederland (GION). Ze promoveert in de Gedrags- en Maatschappijwetenschappen bij prof.dr. M.P.C. van der Werf en prof.dr. R.J. Bosker. De titel van het proefschrift is 'The student X-Factor. Social and psychological determinants of students' attainment in higher education'. Ze werkt aan de Hanzehogeschool Groningen als onderzoeker in het Lectoraat Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving en als docent Praktijkgericht Onderzoek aan de Academie voor Sociale Studies.

Noot voor de pers

Informatie: Lillian Eggens: lilian.eggens gmail.com

Laatst gewijzigd:13 maart 2020 01:54
View this page in: English

Meer nieuws

  • 26 november 2024

    De angst om te eten

    Renate Neimeijer doet onderzoek naar eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Haar lopende onderzoek richt zich op de vermijdende en restrictieve voedselinname stoornis ARFID.

  • 05 november 2024

    Hebben ouders invloed op de roze of grijze bril van hun kinderen?

    Hoe ontstaat een positieve blik eigenlijk? In hoeverre is opvoeding hierbij van belang? En welke rol speelt optimisme eigenlijk in het dagelijks leven van ouders en kinderen? Charlotte Vrijen probeert een antwoord te vinden op deze vragen. Ze doet...

  • 10 september 2024

    Steeds weer de verkeerde

    Julie Karsten onderzoekt hoe ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag de online partnerkeuze van jongeren beïnvloeden. Ze richt zich vooral op de vraag of mensen die eerder ‘dader’ of ‘slachtoffer’ zijn geweest elkaar opzoeken. Door deze...