Chronic tissue remodeling in renal transplantation. Studies on cell origin, proteoglycans and response to intervention
Promotie: mw. H. Rienstra, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: Chronic tissue remodeling in renal transplantation. Studies on cell origin, proteoglycans and response to intervention
Promotor(s): prof.dr. J.L. Hillebrands, prof.dr. G.J. Navis, prof.dr. H. van Goor
Faculteit: Medische Wetenschappen
Contact: via de persvoorlichters van het UMCG, tel. 050-361 2200, e-mail: voorlichting bvl.umcg.nl
Functieverlies donornier complexer dan gedacht
Mensen bij wie de nieren niet meer werken zijn aangewezen op dialyse, waarbij een apparaat de afvalstoffen uit het lichaam zuivert. Een andere optie is niertransplantatie, waarvoor in Nederland ongeveer 1000 nierpatiënten op de wachtlijst staan. De wachtlijst is lang, omdat er een gebrek is aan donoren, maar ook omdat de helft van de getransplanteerde nieren binnen 15 jaar niet meer functioneert. Deze patiënten komen dan opnieuw op de wachtlijst.
Veel donornieren vallen uit, omdat de structuur van het orgaan verandert. Dit wordt chronische transplantaatdisfunctie genoemd. In een getransplanteerde nier worden bijvoorbeeld de bloedvaten nauwer. Ook ontstaat littekenweefsel in de nier dat een belangrijke rol speelt in de waterhuishouding (interstitium) en in de buisjes waar afvalstoffen uit het bloed worden gefilterd (glomeruli).
Promovenda Heleen Rienstra ontdekte dat vooral cellen uit de getransplanteerde nier zorgen voor de vernauwing van de bloedvaten. Bij de vorming van het littekenweefsel in het interstitium spelen echter ook cellen uit de ontvangende patiënt een grote rol. Door de oorsprong van de cellen te kennen, kunnen in de toekomst nieuwe therapieën tegen chronische transplantaatdisfunctie worden ontwikkeld.
Ook ontdekte Rienstra in proefdieren dat het bloeddrukverlagende geneesmiddel spironolacton de bloedvaten in de nier beschermt, maar de vorming van het littekenweefsel elders in de nier niet tegengaat. Verder onderzoek moet uitwijzen of spironolacton in combinatie met een ander middel wel beschermt tegen beide structuurveranderingen in de nier.
Heleen Rienstra (1980) studeerde biologie in Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek aan de afdeling Celbiologie, sectie Immunologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en bij de Graduate School GUIDE. Het onderzoek werd gefinancierd door de Nierstichting. Rienstra werkt nu bij als projectmanager bij KEMA Quality BV in Arnhem.
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:16 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...