Bedreigde grauwe kiekendief blijkt honkvast
De grauwe kiekendief broedt, rust en overwintert op een aantal vaste plekken. Dat ontdekte biologe Christiane Trierweiler door de roofvogels het hele jaar rond te volgen. Dat de vogel zo honkvast is, kan helpen om hem te beschermen. Trierweiler promoveert op 29 oktober 2010 op haar onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Groningse maaimachines die hun nesten vernielen, Afrikaanse pesticiden in hun voedsel, lange vliegreizen over water en woestijn. Het leven van een grauwe kiekendief kent vele gevaren. Om de bescherming van de bedreigde roofvogel te verbeteren verzamelt Trierweiler samen met de Werkgroep Grauwe Kiekendief informatie over de plekken waar hij broedt, zijn reisroute en zijn winterverblijf. Ze volgt de grauwe kiekendief tijdens zijn hele jaarcyclus, overal waar hij komt.
Braakballen
‘Inmiddels dragen 44 vogels een zender op de rug,’ vertelt Trierweiler. Op die manier kan ze van een afstand precies zien waar de vogels zijn. ‘Het bijzondere aan deze studie is dat we deze technologie combineren met basaal veldwerk.’ Zo reed Trierweiler met haar collega’s kilometers langs Afrikaanse velden om slaapplekken van de kiekendief te vinden en raapte ze braakballen om te analyseren wat hij eet. Van Nederland tot Oost-Polen en Witrusland werden satellietzenders aangelegd. Aan de internationale samenwerkingen deden tal van onderzoekers en vrijwilligers mee.
Oldambt
Trierweiler deed met haar uitgebreide studie een aantal belangrijke ontdekkingen. Bijvoorbeeld dat de grauwe kiekendief een honkvaste vogel is. Hij broedt in een aantal gebieden in Europa, waaronder in het Groningse Oldambt. Na het broedseizoen vliegt hij naar zijn vertrouwde plekken in Afrika om te overwinteren. ‘We volgden een vrouwtje drie jaar lang en zagen dat ze steeds neerstreek in dezelfde gebieden, elk van 50 bij 50 kilometer,’ vertelt Trierweiler. Waar hij om te broeden nog wel eens een stukje opschuift, bleek de grauwe kiekendief erg trouw aan zijn winterplekken. ‘We dachten dat hij in de winter, zonder nest, flexibeler zou zijn. Maar kennelijk hecht hij dan juist aan bekend terrein.’
Sprinkhanen
Het vrouwtje dat Trierweiler volgde, had drie vaste winterplekken die ze ieder jaar aandeed, waarvan één meteen na de Sahel, in het eerste groene stukje dat ze na haar lange trek tegenkwam. Vóór het onderzoek van Trierweiler dacht men dat de kiekendief daarna met de treksprinkhanen mee trok. Maar ook in jaren zonder treksprinkhanen nemen de vogels dezelfde route. Analyse van braakballen wees uit dat kiekendieven niet-trekkende sprinkhanen eten en daarnaast ook vogels en reptielen. ‘Ze trekken van noord naar zuid en blijven precies in de zone waar op dat moment het meeste voedsel is.’
Beschermen
Dat de grauwe kiekendief zo trouw is aan een aantal plekken, maakt het makkelijker zijn leefgebieden te beschermen. Bijvoorbeeld door te zorgen dat op die plekken alleen biologische verdelgingsmiddelen worden gebruikt, zodat de roofvogel niet overlijdt aan giftige pesticiden. En in Europa kan in de broedgebieden actief gezocht worden naar nesten om te voorkomen dat ze in de messen van een maaimachine terechtkomen. 'Want als een broedend vrouwtje dood gaat, is ook meteen de rest van de reproductie die ze nog had kunnen hebben weg,' zegt Trierweiler. Bovendien blijkt agrarisch natuurbeheer in broedgebieden eraan bij te dragen dat ouders genoeg voedsel kunnen vinden voor hun jongen in een intensief gebruikt cultuurlandschap zoals Oost-Groningen. Dit draagt bij aan de groei van de populaties.
Werkgroep Grauwe Kiekendief
Trierweiler deed haar onderzoek op initiatief van de Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief. De stichting uit Scheemda wil de roofvogel beschermen. ‘Dat is nodig, want in 1987 waren er in Nederland nog maar twee paren. Inmiddels zijn dat er rond de 50,’ zegt Trierweiler. ‘De grauwe kiekendief is een prachtige, elegante vogel. Als predator aan de top van het voedselweb is hij bovendien een goede indicator voor de conditie van het ecosysteem. Gaat het goed met de grauwe kiekendief, dan gaat het goed met het ecosysteem op die plek.’
Rustplaats
De afronding van haar promotie betekent niet het einde van Trierweilers onderzoek naar de grauwe kiekendief. Tijdens haar onderzoek kwam ze veel te weten over de trekroutes van de kiekendief. Onder meer dat veel grauwe kiekendieven tijdens hun reis uitrusten in steeds hetzelfde gebied in het oosten van Marokko. Trierweiler reisde dit jaar al twee maal naar dat gebied. ‘Er is weinig bekend over hoe roofvogels tijdens de trek hun energie op peil houden. Daar wil ik meer over weten.’
Curriculum vitae
Christiane Trierweiler (Duitsland, 1978) studeerde biologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze verrichtte haar promotieonderzoek bij de afdeling Dierecologie van de RUG, het Institute of Avian Research ‘Vogelwarte Helgoland’ en de Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief. Sinds april 2010 werkt ze als postdoc voor dezelfde organisaties aan het vervolg van haar studie. Trierweiler promoveert tot doctor in de biologie bij prof.dr.ir. J. Komdeur en prof.dr. F. Bairlein. De titel van haar proefschrift luidt: Travels to feed and food to breed - The annual cycle of a migratory raptor, Montagu's harrier, in a modern world.
Noot voor de pers
Foto's van de grauwe kiekendief zijn op te vragen bij de promovenda
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:59 |
Meer nieuws
-
20 december 2024
NWO M1-subsidie voor drie FSE-onderzoekers
Dr. Antonija Grubišić-Čabo, dr. Robbert Havekes en prof. dr. ir. Jan Komdeur ontvangen een NWO M1-subsidie.
-
19 december 2024
NWO ENW-XL-miljoenenbeurzen voor onderzoeksprojecten RUG
Vier onderzoekers van de Faculty of Science and Engineering (RUG) ontvangen NWO beurzen van 3 miljoen euro voor hun onderzoeksprojecten.
-
19 december 2024
Jacquelien Scherpen geëerd met Hendrik W. Bode Lecture Prize 2025
Vanwege haar verdiensten voor de wetenschappelijke ontwikkelingen van regelsystemen en -techniek heeft Rector Magnificus Jacquelien Scherpen de 2025 Hendrik W. Bode Lecture prijs ontvangen van de IEEE Control Systems Society (CSS).