International diversity in psychotropic medication use

Mondiaal gebruik van psychotrope medicatie en de risico’s

Adrienne Chan heeft verscheidene aspecten van het gebruik van psychotrope medicatie (zoals angstremmers, de antipsychotische medicijnen, de antidepressiva en de stemmingsstabilisatoren) en de bijbehorende risico's onderzocht.

Chan: ‘Hoofdstuk 2 onderzoekt de multinationale trends in het gebruik van ADHD-medicatie in 64 landen. De resultaten onthulden een jaarlijkse toename van 9,72 % in consumptie, met opmerkelijke verschillen tussen geografische locaties. Hoge-inkomenslanden vertoonden een hoger verbruik in vergelijking met midden-inkomenslanden. Opvallend is dat de schattingen van ADHD-prevalentie en medicijngebruik in midden-inkomenslanden lager waren dan de wereldwijde prevalentie. Dit benadrukt de noodzaak om barrières voor diagnose en behandeling aan te pakken.

Hoofdstuk 3 onderzoekt het voorschrijven van opioïden in verschillende landen/regio’s. Onder meer dan 240 miljoen individuen varieerde de prevalentie van 2,7 % in Japan tot 19,7 % in IJsland, met variaties naar geslacht, leeftijd en geografische regio. Hoewel het voorschrijven van opioïden onevenwichtig bleef, werd er wel convergentie waargenomen tussen verschillende landen en regio’s. Toekomstig onderzoek dient de behoefte aan behandeling en potentiële schade binnen specifieke subpopulaties te beoordelen.

In Hoofdstuk 4 wordt het gebruik van gabapentinoїden op wereldwijde schaal onderzocht. Hierin toonde het onderzoek een consistente stijging in het wereldwijde gebruik aan, waarbij hoge-inkomenslanden de hoogste percentages vertegenwoordigden. Gabapentinoїden, oorspronkelijk ontwikkeld voor epileptische aanvallen en neuropathische pijn, worden in toenemende mate off-label gebruikt, wat de noodzaak benadrukt om de implicaties van de toenemende vraag naar deze medicijnen te begrijpen.

In Hoofdstuk 5 wordt het effect van prenataal gebruik van antidepressiva en antipsychotica op het risico voor epileptische aanvallen bij kinderen geanalyseerd. De resultaten tonen een verhoogd risico bij gebruik door de moeder tijdens de zwangerschap, maar er is geen significant verschil in vergelijking met gebruik door de moeder in het verleden of met kinderen van moeders zonder psychiatrische stoornissen. Kinderen van wie de moeders een psychiatrische stoornis hadden, vertoonden consistent een verhoogd risico op epileptische aanvallen. Analyses op basis van broers en zussen en vergelijkingen met kinderen die geen blootstelling hadden tijdens de zwangerschap, toonden geen significante verbanden aan.

In Hoofdstuk 6 wordt de relatie onderzocht tussen het gebruik van benzodiazepinen en/of z-geneesmiddelen door moeders tijdens de zwangerschap en geboorte (vroeggeboorte en klein voor de zwangerschapsduur), en neurologische ontwikkelingsstoornissen (autismespectrumstoornis en aandachtstekortstoornis/hyperactiviteitstoornis) bij de kinderen. De resultaten toonden geen oorzakelijk verband aan tussen blootstelling aan benzodiazepinen en/of z-geneesmiddelen en het ontwikkelen van deze stoornissen. Bij het overwegen van medicatiegebruik dienen klinici en zwangere vrouwen de bekende risico’s af te wegen tegen de onbehandelde angststoornis en slaapproblemen. 

Ter conclusie, geven deze onderzoeken waardevolle inzichten in de trends en patronen in het gebruik van psychotrope medicatie, de daaraan verbonden risico’s en de noodzaak voor een zorgvuldige evaluatie van zowel de voordelen als de mogelijke schade binnen verschillende bevolkingsgroepen. Het proefschrift heeft als doel de huidige onderzoekskloven te dichten en belangrijke inzichten te bieden die beleidsvorming kunnen sturen, met als uiteindelijk doel de gezondheid van mensen wereldwijd die afhankelijk zijn van psychotrope medicatie te verbeteren.’

Proefschrift: https://hdl.handle.net/11370/50df6ac2-8fc9-4365-a80e-6a1215f971b9