English population 1086-1377

Engelse bevolking verdriedubbelde tussen 1100 en 1300

De bevolking van Engeland verdriedubbelde tussen 1100 en 1300. Door het land intensief te bewerken, wisten boeren de productie van hun land in 1300 met 50% te verhogen, waardoor er voldoende voedsel geproduceerd werd om zo'n grote bevolking te voeden. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus Hugo La Poutré.

Bevolkingsomvang, voedselproductie en consumptie hangen nauw met elkaar samen. Hierop concentreert Hugo La Poutré zich in zijn promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij laat met behulp van simulaties zien dat de Engelse bevolking in slechts twee eeuwen tijd maar liefst verdrievoudigde, van twee miljoen in 1100 tot ruim zes miljoen in 1300. Een halve eeuw later maakte de Zwarte Dood, de vernietigende pestepidemie van 1348-1349, alleen al in Engeland meer dan drie miljoen slachtoffers. In de pestepidemieën die hierop volgden nam de bevolking zelfs nog verder af.

De bevolkingsgroei en bevolkingsafname had onder andere gevolgen voor de productie en consumptie van voedsel. Pullen bier en varkens aan het spit pasten misschien wel bij het eind van de veertiende eeuw, maar zeker niet bij de bevolkingspiek aan het begin van de veertiende eeuw. Erwtensoep met brood lag veel meer voor de hand. Zo’n grote bevolking moest namelijk wel gevoed worden en akkerland levert nu eenmaal veel meer voedsel op dan weideland. La Poutré maakt aannemelijk dat de gewone man toen vooral geleefd moet hebben op een veganistisch dieet van granen en peulvruchten. Om een zo hoog mogelijke opbrengst van hun land te halen, reden boeren zoveel mogelijk mest op hun land uit en lieten ze hun land minder vaak braak liggen. Met behulp van modellen berekent La Poutré dat ze zo de productie met 50 procent konden opvoeren. Hierdoor kon een bevolking van zes miljoen gevoed worden.

Proefschrift: https://hdl.handle.net/11370/6b426bc1-222b-4605-b65c-d2774b57d411