Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Broeden in een veranderende arctis: fysiologie en gedrag van Brandganzen

Physiology and behaviour of barnacle geese
Promotie:dr. M.E. (Margje) de Jong, PhD
Wanneer:23 september 2021
Aanvang:09:00
Promotor:prof. dr. P.D. Jordan
Copromotor:dr. M.J.J.E. (Maarten J J E) Loonen
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Letteren
Broeden in een veranderende arctis: fysiologie en gedrag van
Brandganzen

De omgang van Arctisch broedende brandganzen met veranderingen in hun omgeving

Het proefschrift van Margje de Jong combineert vier jaar onderzoek met langetermijndata om inzicht te krijgen in de wijze waarop Arctisch broedende brandganzen (Branta leucopsis) omgaan met veranderingen in hun omgeving. Ze richtte zich op de nog weinig bestudeerde effecten van een nestparasiet op gedrag en broedsucces van de ganzen, veranderde timing van reproductie met klimaatverandering, hedendaagse effecten van historische vervuiling door een steenkolenmijn op opgroeiende kuikens en het kwantificeren van de gedragsmatige flexibiliteit van de ganzen.

De Jong concludeert dat nestvlooien (Ceratophyllus vagabundus vagabundus) opvallend aanwezig zijn in een broedkolonie van brandganzen op Spitsbergen. Ze vond een negatief verband tussen aantallen nestvlooien en het broedsucces van brandganzen. Deze vondst viel echter niet te verklaren door negatieve effecten van vlooien op het gedrag van de vrouw gedurende het bebroeden van de eieren.

De brandganzen in de hoge en lage arctis vervroegden het leggen van hun eerste ei over de jaren 2000-2016, ontdekte De Jong. Maar dit ging minder snel dan het vervroegen van het smelten van de sneeuw in het voorjaar. Ganzen in de hoge arctis lijken niet vroeg genoeg te beginnen, want de vroegst leggende ganzen hebben het hoogste uitkomstsucces. Hierdoor zijn ze mogelijk kwetsbaarder voor de negatieve effecten van klimaatverandering. Blootstelling aan verontreinigingen uit een historische steenkoolmijn verhoogde het kwikgehalte in de levers van brandganzenkuikens, maar er waren geen sterke neurotoxische effecten, noch sterke negatieve effecten op immuunsysteem parameters of plasma-corticosterongehaltes. Grazen in deze vervuilde omgeving veranderde wel stress-gerelateerd gedrag en niveaus van corticosteron metabolieten in feces van brandganzenkuikens.

Ten slotte verschilde het nestverdedigingsgedrag van vrouwelijke brandganzen consistent tussen de individuen, maar dit nam toe gedurende het broedseizoen en met de leeftijd van de ganzen.