Grip on recovery after paediatric forearm fractures
Promotie: | Mw. A.M. (Marjolein) Hepping |
Wanneer: | 30 augustus 2021 |
Aanvang: | 16:15 |
Promotors: | prof. dr. S.K. (Sjoerd) Bulstra, prof. dr. J.H.B. (Jan) Geertzen, dr. M. Stevens |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Grip op herstel na onderarmfracturen bij kinderen
Onderarmfracturen bij kinderen hoeven niet altijd perfect uitgelijnd te worden; botten die nog groeien, kunnen zich remodelleren. Hoewel de zeldzame onderzoeken die zijn verricht pleiten voor minder invasieve behandelingen, wint chirurgische interventie steeds meer terrein. Een zorgelijke ontwikkeling, daar de incidentie van onderarmfracturen simultaan toeneemt. Functionele uitkomst is zelden prospectief onderzocht. Bovendien is er geen consensus wat betreft uitkomstmaten. Hepping richtte zich in haar proefschrift op uitkomstwaarden aangaande functioneel herstel.
Het proefschrift levert interpersoonlijke en intrapersoonlijke referentiewaarden voor knijpkracht. Intrapersoonlijke data blijken makkelijker verkrijgbaar en bovendien betrouwbaarder. In vergelijking met andere krachtmetingen, namelijk sleutelgreep en driepuntsgreep, is knijpkracht gevoeliger voor klinische veranderingen. Zowel de mate als de duur van krachtsverlies is prominenter naarmate de ondergane behandeling invasiever is. Bovendien is knijpkracht gecorreleerd aan fractuurangulatie, terwijl dit niet geldt voor gewrichtsmobiliteit. Verlies van mobiliteit van elleboog, onderarm en pols kan als mild worden beschouwd, met een overkoepelend gemiddelde van minder dan 20° voor gereponeerde fracturen en minder dan 10° voor niet-gereponeerde fracturen 6 weken na trauma. Pronatie en palmairflexie zijn significant aangedaan tot 3 maanden na trauma. Gelijkend aan kracht werd een relatie gezien tussen de ernst van de mobiliteitsbeperking en invasiviteit van de behandeling.
Het herstel van pijn, sensibiliteitsproblemen en hypertrichose vereisen nader onderzoek. Hoewel ook hier een trend werd geobserveerd in relatie tot invasiviteit, was de operatieve groep te klein om concrete uitspraken te kunnen doen. Toekomstig onderzoek zou zich moeten richten op de consequenties op functioneel herstel wanneer de arbitraire grenzen tussen twee opeenvolgende behandelingen worden verschoven ten gunste van de minst invasieve.
CV Ann Marjolein Hepping Ann Marjolein Hepping (1984) studeerde Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Momenteel is zij werkzaam als kinderrevalidatiearts bij Roessingh, Centrum voor Revalidatie, te Enschede. Haar promotieonderzoek vond plaats bij de afdeling Orthopedie van het Universitair Medisch Centrum Groningen en de RUG. De titel van haar proefschrift luidt: Grip on recovery after paediatric forearm fractures.