Global value chains and economic development

Ontwikkelingslanden profiteren niet standaard van deelname aan mondiale waardeketens

Circa 80 procent van de wereldhandel wordt tegenwoordig tussen bedrijven gevoerd. Die bedrijven maken deel uit van zogenoemde mondiale waardeketens waarin ze, hoewel ze in verschillende landen gevestigd zijn, gezamenlijk eindproducten maken. Stefan Pahl onderzocht de consequenties van deze nieuwe vorm van productie voor economische ontwikkeling.

Economische ontwikkeling vereist doorgaans het creëren van banen en groei van de productiviteit en toegevoegde waarde. Pahl toont aan dat er een positief verband lijkt te zijn tussen deelname aan mondiale waardeketens enerzijds en het BBP per capita en productiviteitsgroei in de formele industrie anderzijds. Dit verband wordt wellicht gestuurd door de efficiëntiewinsten van specialisatie, de verspreiding van technologie binnen waardeketens en de leereffecten van de relaties tussen deelnemende bedrijven.

Pahl vond echter geen aanwijzingen dat deelname aan mondiale waardeketens een snellere groei van de werkgelegenheid in de formele industrie bevordert. Waardeketens blijken niet noodzakelijkerwijs aanjagers te zijn van structurele verandering, maar een aantal top presterende  landen dat deelneemt aan waardeketens lijkt er wel van te profiteren. Het blijft van belang goede beleidslessen te vinden zodat landen volop van waardeketens kunnen profiteren.

Het faciliteren van internationale handel wordt vaak gezien als een goed voorbeeld, omdat het de uitvoer van ontwikkelingslanden bevordert. Pahl toont echter aan dat er, om van deze vormen van handelsbeleid te kunnen profiteren, rekening gehouden moet worden met de bijzonderheden van een land ten aanzien van zijn schakels in mondiale waardeketens. Of landen profiteren van het faciliteren van handel hangt af van hun exportspecialisatie en voorwaartse integratie in de ketens.

Proefschrift: http://hdl.handle.net/11370/2e50066d-0422-4295-8729-91862a0c868b