Modelling species interactions in macroevolution and macroecology
| Promotie: | Dhr. L. (Liang) Xu |
| Wanneer: | 05 juni 2020 |
| Aanvang: | 12:45 |
| Promotor: | prof. dr. R.S. (Rampal) Etienne |
| Copromotor: | prof. dr. G.S. (Sander) van Doorn |
| Waar: | Academiegebouw RUG |
| Faculteit: | Science and Engineering |
Hoe de onvoorstelbare diversiteit aan soorten ontstaat
Liang Xu heeft met zijn modellen aangetoond dat interacties tussen soorten de fundamentele elementen zijn die achter alle biologische mechanismes schuilgaan. Er is meer onderzoek nodig naar interacties tussen soorten om de wereld waarin wij leven beter te begrijpen.
De onvoorstelbare diversiteit aan soorten die voorkomt in de wereld is een van de meest wonderlijke fenomenen in deze tijd. Voor biologen blijft het een grote puzzel hoe en waarom soorten zulke diverse morfologische eigenschappen hebben weten te evolueren vanuit een enkele gezamenlijke voorouder. Hoewel specifieke details van de onderliggende mechanismen in de ecologie en evolutie nog moeten worden uitgewerkt, worden biotische en abiotische interacties algemeen geaccepteerd als de belangrijkste oorzaken.
Xu heeft de invloed van interacties tussen soorten op macro-ecologische en macro-evolutionaire patronen onderzocht. Hij heeft bevestigd dat interacties tussen soorten de toename van diversiteit kunnen vertragen als er maar een gelimiteerde capaciteit aanwezig is voor soorten van hetzelfde trofische niveau. Echter, hij heeft ook gevonden dat de ruimtelijke geografische structuur een negatief effect kan hebben in de mogelijkheid om deze gelimiteerde capaciteit te bepalen. Dit geeft aan dat biologen voorzichtig moeten zijn wanneer ze diversiteits-afhankelijke diversificatie gebruiken om soortenrijkdom te vergelijken. Interacties tussen soorten kunnen ook van invloed zijn op de diversiteit aan soortseigenschappen. Xu heeft een nieuw model gebruikt om te verklaren hoe de evolutie van soort eigenschappen zich ontvouwt onder invloed van stabiliserende selectie. Deze stabiliserende selectie wordt veroorzaakt door de omgeving en interacties tussen soorten, in combinatie met populatie dynamica. Dit model kan mogelijk leiden tot nieuwe aanpakken in vergelijkende fylogenetische modellen. Verder gebruikte hij een simulatiemodel om te verkennen hoe een ecologische hypothese van interacties tussen soorten – het fylogenetische Janzen-Connell effect – resulteert in een breed scala aan realistische macro-ecologische en macro-evolutionaire patronen.