The legal position of taxpayers in Tanzania

De rechtspositie van aan de vennootschapsbelasting onderworpen lichamen in Tanzania en het Verenigd Koninkrijk

Talib Zahor heeft voor zijn promotie de rechtspositie van aan de vennootschapsbelasting onderworpen lichamen in Tanzania en het Verenigd Koninkrijk onderzocht. Hij vergelijkt de belastingstelsels van beide landen in het bijzonder met betrekking tot de bevordering van de rechten van aan de vennootschapsbelasting onderworpen belastingplichtigen. Zahor concludeert dat er in Tanzania in vergelijking met het Verenigd Koninkrijk aanzienlijke verbeteringen noodzakelijk zijn op het terrein van de belastingregels en -praktijken voor wat betreft de rechten van aan de vennootschapsbelasting onderworpen belastingplichtigen. Hij baseert deze conclusie op een onderzoek naar de manier waarop medewerkers van de belastingdiensten in de betrokken landen de rechten van aan de vennootschapsbelasting onderworpen belastingplichtigen toepassen.

Het onderzoek van Zahor richt zich ook op de invloed van regionale integratie op nationale wetgeving, in het bijzonder op de bevordering van de rechten van belastingplichtigen. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat regionale integratie de toepassing van de rechten van belastingplichtigen in het Verenigd Koninkrijk substantieel heeft beïnvloed. Deze conclusie is gebaseerd op de invloed van het Europese Hof van de Rechten van de Mens en de Europese Unie op het nationale recht van het Verenigd Koninkrijk. In Afrika is de invloed van regionale integratie echter minimaal. Tanzania kan in dit verband als een voorbeeld worden genomen. Dit onderzoek wijst uit dat de ‘rule of law’ in dit Afrikaanse land vooral het resultaat is van binnenlandse en buitenlandse initiatieven (anders dan regionale integratie). Met betrekking tot binnenlandse initiatieven moet daarbij worden gedacht aan lokale wetenschappers, activisten en politici die grote invloed hebben op de administratieve praktijken in Afrikaanse landen. Voor wat betreft internationale initiatieven moet worden gedacht aan de aanzienlijke invloed van donorlanden in Afrikaanse landen.

Het laatste onderdeel van dit onderzoek handelt over de vraag in hoeverre de rechten van belastingplichtigen die zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting door recente ontwikkelingen op het gebied van de maatregelen tegen grondslagerosie en winstverschuiving (BEPS) worden beïnvloed. Geconstateerd wordt dat de invoering van deze maatregelen, zoals aanbevolen door de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling), een cruciale stap is naar een rechtvaardiger belastingsysteem. Echter, sommige van deze maatregelen vormen een bedreiging voor de toepassing van de rechten van belastingplichtigen. In dit verband kan worden gewezen op het recht op geheimhouding. De OESO heeft onvoldoende rekening gehouden met het recht op geheimhouding bij de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie. De vormgeving van de regels die zien op de geheimhouding zijn grotendeels overgelaten aan de nationale wetgevers van de landen die informatie uitwisselen op basis van een door hen afgesloten bilateraal belastingverdrag.

Proefschrift: http://hdl.handle.net/11370/44902089-5033-4e78-82a2-ea76648fa70d