Prognostic factors, treatment goals and clinical endpoints in pediatric pulmonary arterial hypertension
Promotie: | Dhr. M. (Mark-Jan) Ploegstra |
Wanneer: | 01 maart 2017 |
Aanvang: | 14:30 |
Promotors: | prof. dr. R.M.F. (Rolf) Berger, J.L. (Hans) Hillege |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Behandeling van kinderen met pulmonale hypertensie
Het is mogelijk om met behulp van metingen te bepalen of kinderen met verhoogde bloeddruk in de longslagaders intensiever behandeld moeten worden of vroegtijdig getransplanteerd. Dat blijkt uit het proefschrift van Mark-Jan Ploegstra. De resultaten van zijn onderzoek maken het mogelijk om richtlijnen op te stellen voor de behandeling van deze kinderen. Bovendien kunnen deze metingen gebruikt worden bij het meten van de effectiviteit van bestaande en nieuwe geneesmiddelen tegen deze ernstige aandoening.
Een verhoogde bloeddruk in de longslagaders, dat ook wel pulmonale hypertensie wordt genoemd, is een ernstige, levensbedreigende ziekte. De longslagaders worden steeds nauwer en stijver, waardoor het hart steeds meer kracht nodig heeft om het bloed door de longen te pompen. Dat houdt het hart niet vol, waardoor de patiënt uiteindelijk overlijdt. Om goed in te schatten welke behandeling kinderen met deze ziekte nodig hebben en wanneer een longtransplantatie nodig is, zijn er goede meetmethoden nodig. Die waren er nog niet.
Ploegstra heeft daarom kinderen met pulmonale hypertensie gevolgd en allerlei factoren gemeten. Hij concludeert dat er verschillende dingen gemeten kunnen worden, die samen een goed beeld geven over het beloop van de ziekte: de knijpkracht van het hart en signalen in het bloed die overbelasting van het hartweefsel in kaart brengen helpen samen om te bepalen of een intensievere behandeling of transplantatie nodig is. Meting van de stijfheid van de longslagaders en de groeicurve van kinderen blijken goede indicatoren van de ziekte-ernst en de prognose te zijn. Met behulp van deze metingen kunnen richtlijnen opgesteld worden voor de behandeling. Ook kunnen de metingen gebruikt worden om het effect van nieuwe en bestaande medicijnen te meten. Zo kan de behandeling van kinderen met pulmonale hypertensie verbeterd worden.
Mark-Jan Ploegstra (1987) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoek valt binnen het onderzoeksinstituut GUIDE en het Centrum voor Congenitale Hartafwijkingen. Inmiddels is Ploegstra werkzaam als arts-assistent Kindergeneeskunde in het Medisch Centrum Leeuwarden.