Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Different strategies in the biochemical diagnosis of pheochromocytoma

Promotie:Mw. T.E. (Thamara) Osinga
Wanneer:03 februari 2016
Aanvang:16:15
Promotors:prof. dr. T.P. Links, prof. dr. I.P. (Ido) Kema
Copromotors:dr. A.N.A. van der Horst-Schrivers, dr. M.N. (Michiel) Kerstens
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Different strategies in the biochemical diagnosis of
pheochromocytoma

Nieuwe opspoormethode voor zeldzame endocriene tumoren 

Ze komen niet vaak voor, tumoren in hormoonproducerende organen zoals de schildklier, alvleesklier of de bijnieren. De diagnose is lastig en ze hebben verstrekkende gevolgen. Thamara Osinga onderzocht een nieuwe, eenvoudige manier om endocriene tumoren in de bijnieren en het hoofd-halsgebied op te sporen in speeksel. Deze methode blijkt in de praktijk goed te werken en vormt vooral een goed alternatief voor diagnostiek bij kinderen.

Osinga bestudeerde in haar promotieonderzoek twee soorten zeldzame endocriene tumoren: tumoren in de bijnieren en tumoren in het hoofd-halsgebied. Ze ging na hoe bestaande laboratoriumtechnieken om zulke tumoren op te sporen en te beschrijven, verbeterd kunnen worden, en ze ontwikkelde daarnaast ook een nieuwe laboratoriummethode.

Endocriene klieren geven hormoonstoffen af aan het bloed. Tumoren in zulke endocriene klieren kunnen dan ook via afbraakproducten in het bloed en de urine worden opgespoord. Osinga stelde vast dat patiënten, bij wie één of twee bijnieren zijn verwijderd, in verhouding met gezonde individuen, respectievelijk meer of minder afbraakproducten van de hormoonstoffen normetanefrines en metanefrines in hun bloed hebben. Om deze patiënten goed te blijven volgen, moeten de normaalwaarden volgens haar dan ook worden aangepast.

Om vast te stellen in welk stadium tumoren zich bevinden, worden bepaalde genmutaties in het DNA vastgesteld. Osinga vergeleek bloed- en speekselmonsters van dertig patiënten om deze genmutaties op te sporen. Ze concludeert dat in een speekselmonster weliswaar wat meer vervuiling optreedt, maar dat dit geen negatieve invloed heeft op de mutatieanalyse. Een speekselmonster is volgens Osinga een goed alternatief voor een DNA-monster uit bloed: het is minder duur, minder ingrijpend en gemakkelijker af te nemen. Dat maakt deze opsporingsmethode vooral geschikt voor screening bij kinderen.

Thamara Osinga (1987) studeerde Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij onderzoeksinstituut GUIDE van het Universitair Medisch Centrum Groningen, dat het onderzoek ook financierde. Osinga werkt als internist in opleiding in de Ziekenhuisgroep Twente, Almelo.