Metabolic risk in people with psychotic disorders
| Promotie: | Mw. J. (Jojanneke) Bruins |
| Wanneer: | 31 oktober 2016 |
| Aanvang: | 12:45 |
| Promotors: | prof. dr. G.H.M. (Marieke) Pijnenborg, prof. dr. E.R. van den Heuvel |
| Copromotors: | dr. F. (Frederike) Jörg, R. (Richard) Bruggeman |
| Waar: | Academiegebouw RUG |
| Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Samenhang tussen cannabisgebruik, BMI-waarden en psychotische klachten
Cannabisgebruikers hebben een lagere BMI dan niet-gebruikers, een geringere buikomvang en een lagere diastolische bloeddruk (het lage cijfer van een bloeddrukmeting), maar ook ernstiger psychotische klachten. Dat stelt Jojanneke Bruins in haar onderzoek naar afwijkingen in de stofwisseling bij mensen met psychotische aandoeningen. Ze concludeert dat het routinematig monitoren van metabole risicofactoren alleen niet genoeg is, omdat dit niet automatisch leidt tot betere zorg.
Mensen met een psychotische aandoening hebben een hoger risico op afwijkingen in de stofwisseling (zoals bijvoorbeeld een te hoge BMI, diabetes, of een tekort aan vitamine D) en een veel lagere levensverwachting dan mensen zonder psychotische aandoening. In het geval van een tekort aan vitamine D kan er bijvoorbeeld sprake zijn van een ongezonde leefstijl, terwijl ook antipsychotica en depressieve symptomen aan zo’n tekort kunnen bijdragen. In Noord-Nederlandse GGZ-instellingen wordt daarom routinematig gemonitord welke risicofactoren aanwezig zijn.
Bruins ontdekte dat ondanks regelmatig monitoren slechts 43-50% van alle patiënten met psychotische klachten wordt behandeld voor metabole risicofactoren wanneer de richtlijnen dat aanbevelen. Dat suggereert volgens haar dat het huidige proces van monitoren, verwijzen en behandelen van metabole risicofactoren in deze patiëntengroep dringend onder de loep moet worden genomen.
Bruins deed ook onderzoek naar cannabisgebruikers. Na een jaar bleken bij patiënten die gestopt waren met cannabis de BMI, buikomvang, diastolische bloeddruk en triglyceride bloedwaarden meer toegenomen, en de psychotische klachten meer afgenomen te zijn dan bij andere patiënten. Leefstijlinterventies kunnen volgens Bruins weliswaar helpen om risicofactoren te verminderen, maar niet om ze te laten verdwijnen. Zo traden er geen verbeteringen op in bloeddruk en cholesterolwaarden.
Jojanneke Bruins (1988) studeerde psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar onderzoek binnen onderzoeksinsituut SHARE van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Bruins werkt als senior onderzoeker voor Lentis.