Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Cholesterol, bile acid and triglyceride metabolism intertwined

Promotie:Mw. M. (Marleen) Schonewille
Wanneer:14 september 2016
Aanvang:12:45
Promotor:prof. dr. A.K. Groen
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Cholesterol, bile acid and triglyceride metabolism
intertwined

Veelgebruikte cholesterolverlagers stimuleren aanmaak van cholesterol

Eén van ’s werelds meest voorgeschreven medicijnen, de cholesterolverlagers statines, zorgen paradoxaal genoeg juist voor een hogere cholesterolproductie. Dat stelt Marleen Schonewille, die hier als eerste uitvoerig onderzoek naar deed. Dergelijk onderzoek was nog nooit uitgevoerd. Verder concludeert Schonewille op basis van haar (proefdier)onderzoek dat het manipuleren van een bepaalde lichaamsproces om cholesterol kwijt te raken, ‘transintestinale cholesterol-excretie’, een veelbelovende manier kan zijn om overtollig cholesterol kwijt te raken.

Cholesterol kan ons lichaam verlaten via de welbekende route van lever en gal naar de darm en de ontlasting (hepatobiliaire route), maar ook via een vernuftig proces dat in medische terminologie ‘transintestinale cholesterol-excretie’ heet. Schonewille heeft dit laatste proces, waarbij cholesterol vanuit het bloed rechtstreeks naar de darm word uitgescheiden, in haar promotieonderzoek onderzocht. Zij concludeert dat door het stimuleren van dit proces dagelijks meer dan zestig procent van het totale cholesterol in het lichaam uitgescheiden kan worden naar de ontlasting.

In haar onderzoek naar statines, veelgebruikte cholesterolverlagers, deed Schonewille een paradoxale waarneming. Behandeling met statines blijkt de cholesterolsynthese, het proces waarin het lichaam cholesterol aanmaakt, sterk te verhogen. Dat gebeurt vooral in de lever, maar ook in de darm. De promovenda stelde daarbij ook vast dat het cholesterolgehalte in het bloedplasma daalt. Vervolgens toonde ze aan dat het nieuw aangemaakte cholesterol wordt uitgescheiden naar de ontlasting. Dat proces verloopt zowel via de ‘gewoonlijke’ hepatobiliaire route, als via transintestinale cholesterol-excretie.

Tot slot onderzocht Schonewille hoe hyperlipidemie verlaagd kan worden. Hyperlipidemie wordt sterk in verband gebracht met een hoger risico op cardiovasculaire aandoeningen. Bij mensen met hyperlipidemie komt in het bloed een verhoogd gehalte van cholesterol en/of triglyceriden (organische verbindingen van drie vetzuren en glycerol) voor. Plantensterolen en plantenstanolen (cholesterolachtige stoffen uit bepaalde plantsoorten) staan bekend om hun cholesterolverlagende werking. Onlangs is aangetoond dat plantensterolen en -stanolen ook triglyceriden verlagen in het plasma van patiënten met hyperlipidemie. Schonewille stelde vast dat de lever onder invloed van plantensterolen en -stanolen inderdaad minder triglyceriden uitscheidt naar het bloedplasma.

Marleen Schonewille (1987) studeerde Biology and Medical Laboratory Research aan de Hanzehogeschool Groningen. Ze was tijdens haar promotieonderzoek verbonden aan de afdeling kindergeneeskunde en aan het onderzoeksinstituut GUIDE van het Universitair Medisch Centrum Groningen.