Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Clinical and pathogenetic delineation of early-onset ataxia

Moving Towards a Disease Spectrum Perspective in Pediatric Movement- and Neurodevelopmental Disorders
Promotie:M. (Martinica) Garofalo
Wanneer:08 januari 2025
Aanvang:11:00
Promotors:dr. D.S. (Dineke) Verbeek, prof. dr. M.A.J. (Marina) de Koning-Tijssen
Copromotor:dr. D.A. (Deborah) Sival
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Clinical and pathogenetic delineation of early-onset ataxia

Klinische en pathogenetische afbakening van ataxie met vroege aanvang

Ataxie wordt gekenmerkt door verlies van gecoördineerde bewegingen en kan genetisch, verworven of idiopathisch zijn. Ataxie wordt klinisch geclassificeerd in Early-Onset Ataxia (EOA) en Late-Onset Ataxia (LOA), al naar gelang debuut van de eerste klachten die zich vóór of na het 25e levensjaar voordoen. Het symptoom ataxie kan ook aanwezig zijn bij andere bewegings- en ontwikkelingsstoornissen, zoals dystonie en Developmental Coordination Disorder (DCD). Dystonie wordt gekenmerkt door onwillekeurige spiersamentrekkingen die abnormale houdingen of repetitieve bewegingen veroorzaken. DCD is een beschrijvende term voor kinderen met coördinatiestoornissen die niet verklaard worden door een onderliggende neurologische aandoening. EOA, LOA, dystonie en DCD kunnen gelijkaardige coördinatiestoornissen vertonen. Bovendien komen ataxie en dystonie samen voor bij 65% van de kinderen en jongvolwassenen met coördinatiestoornissen van verschillende etiologie. Dit bemoeilijkt de uniforme klinische herkenning van ten opzichte van andere stoornissen die zich voordoen met verminderde coördinatie, waaronder LOA, dystonie en DCD. Ook suggereert dit het bestaan van een pathogenetisch en klinisch continuüm tussen deze vier aandoeningen.

Dit proefschrift van Martinica Garofalo onderzoekt de relatie tussen genetische EOA, LOA, dystonie en DCD. Het eerste deel verkent de onderliggende genetische, anatomische en biologische mechanismen van deze vier aandoeningen. Het tweede deel richt zich op het uitdagende klinische en diagnostische onderscheid tussen coördinatiestoornissen beschreven als DCD en andere neurologische aandoeningen, waaronder EOA, LOA en dystonie.

De bevindingen van dit proefschrift wijzen op gedeelde pathogenetische mechanismen en onthullen de aanwezigheid van een uniform klinisch continuüm tussen EOA, LOA, dystonie en DCD. Deze bevindingen pleiten voor een eenduidige diagnostische benadering van pediatrische bewegings- en ontwikkelingsstoornissen, door de implementatie van genetische testen en beeldvorming. Dit kan leiden tot een vroegere ziekte-identificatie en ziekte-specifieke interventies, wat de patiëntenzorg zou kunnen verbeteren.