Mitral regurgitation in heart failure
Promotie: | Dhr. M. (Matteo) Pagnesi |
Wanneer: | 04 maart 2024 |
Aanvang: | 16:15 |
Promotors: | prof. dr. A.A. (Adriaan) Voors, prof. dr. M. Metra |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |

Mitrale regurgitatie bij hartfalen
In dit proefschrift van Matteo Pagnesi is er eerst gericht op de prognostische impact van mitralisklepinsufficiëntie (MI) in verschillende scenario's voor hartfalen: chronisch verslechterend hartfalen, acuut hartfalen en gevorderd hartfalen. Uit onderzoek in de BIOSTAT-CHF studie en het HELP-HF register bleek dat ernstige mitralisklepinsufficiëntie onafhankelijk geassocieerd was met slechtere resultaten bij respectievelijk patiënten met chronisch verslechterd hartfalen en gevorderd hartfalen. In de RELAX-AHF-2 studie bleek matige tot ernstige mitralisklepinsufficiëntie een significante impact te hebben op het primaire samengestelde eindpunt (180 dagen cardiovasculaire sterfte of heropname voor HF of nierfalen) bij univariabele analyse en na correctie voor leeftijd en geslacht, maar niet na uitgebreide multivariabele aanpassing.
Vervolgens zijn de pathofysiologische mechanismen onderzocht, die ten grondslag liggen aan de aanwezigheid van significante mitralisklepinsufficiëntie bij hartfalen. In Biology Study to Tailored Treatment in Chronic Heart Failure werden de differentieel tot expressie gebrachte circulerende biomarkers bij patiënten met hartfalen met of zonder matige tot ernstige mitralisklepinsufficiëntie onderzocht. Er werd een duidelijk expressieprofiel van biomarkers geïdentificeerd bij patiënten met hartfalen en significante mitralisklepinsufficiëntie, en circulerende biomarkers die verschillend tot expressie kwamen bij patiënten met versus zonder matig-ernstige mitralisklepinsufficiëntie waren gerelateerd aan congestie, mineraalmetabolisme, lipidenmetabolisme of cachexie, en oxidatieve stress.
Tot slot heeft Pagnesi gekeken naar de determinanten en impact van mitralisklepinsufficiëntie -veranderingen na optimalisatie van medische therapie voor hartfalen. In Biology Study to Tailored Treatment in Chronic Heart Failure veranderde de ernst van mitralisklepinsufficiëntie dynamisch na het geleidelijk verhogen van de medische therapie, en de aanwezigheid van matig-ernstige MI na optimalisatie van de medische therapie had een sterke en onafhankelijke prognostische impact. Het viel op dat een hogere dosis Angiotensine-Converting Enzym-remmers/ Angiotensine Receptor Blokkers en een linker ventrikel ejectiefractie van 50% of meer geassocieerd waren met een grotere kans op verbetering van mitralisklepinsufficiëntie na optimalisatie van de medische therapie.