Energy transition in the North Sea
Promotie: | L.M. (Malin) Andreasson, LLM |
Wanneer: | 16 januari 2025 |
Aanvang: | 16:15 |
Promotors: | prof. dr. M.M. Roggenkamp, prof. dr. E. (Edwin) Woerdman |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Rechtsgeleerdheid |
Energietransitie in de Noordzee - Het wettelijk kader voor innovatieve energietechnologieën in de EU en Nederland
Het promotieonderzoek van Malin Andreasson presenteert een juridisch antwoord om de grootschalige ontwikkeling van windenergie in het Nederlandse deel van de Noordzee te bevorderen. Ze onderzocht de juridische knelpunten die spelen bij het inzetten van deze innovatieve energietechnologieën op zee en stelt mogelijke oplossingen voor om ze te overwinnen. Daarbij wordt gepleit voor een meer geïntegreerde benadering van regelgeving voor energieactiviteiten op zee.
Om de ambitieuze offshore-winddoelstellingen voor 2030 en 2050 te halen - en daarmee de doelstellingen op het gebied van klimaatverandering en energiezekerheid - moet Nederland innovatieve offshore-energietechnologieën inzetten. Hieronder vallen alternatieve kabelverbindingen, elektriciteitsopslag en infrastructuur voor de productie en het transport van waterstof. Door uitdagingen zoals beperkte offshore ruimte, intermitterende problemen en kosteneffectief transport van energie naar de wal aan te pakken, zijn deze technologieën essentieel om de grootschalige ontwikkeling van offshore wind mogelijk te maken.
De resultaten van Andreassons onderzoek geven echter aan dat het huidige wettelijke kader voor offshore-energieactiviteiten niet geschikt is om de ontwikkeling van deze technologieën te ondersteunen. Verschillende juridische belemmeringen moeten worden aangepakt om de ontwikkeling van alternatieve kabelverbindingen, elektriciteitsopslag en infrastructuur voor de productie en het transport van waterstof te vergemakkelijken. Deze belemmeringen omvatten marktgerelateerde kwesties en uitdagingen op het gebied van planning en vergunningen. Naast het aanpakken van de wettelijke belemmeringen voor elk van deze technologieën, kan een meer geïntegreerde regelgevende benadering van offshore-energieactiviteiten noodzakelijk zijn. Dit vereist een grondige herziening van het bestaande Nederlandse wettelijke kader voor offshore-energieactiviteiten.
Andreasson concludeert dat, om de grootschalige ontwikkeling van windenergie op zee en de rol ervan in de energietransitie effectief te ondersteunen, in de toekomstige Nederlandse energiewet een speciaal hoofdstuk moet worden opgenomen dat offshore-energieactiviteiten regelt. Dit deel moet bepalingen bevatten die anticiperen op innovatie en toekomstige ontwikkelingen om tegemoet te komen aan de evoluerende behoeften van het offshore energiesysteem. Naast de goedkeuring van een specifieke offshore paragraaf in de toekomstige Nederlandse Energiewet, moeten de Wet windenergie op zee en de Mijnbouwwet worden geïntegreerd in de Energiewet en de Wet milieu en ruimtelijke ordening. Bij wijze van alternatief moeten de voornoemde wetten worden geconsolideerd tot één wet die alle aspecten van offshore-energieactiviteiten regelt.