Footprints of aging
Promotie: | I. Hagoort, MSc |
Wanneer: | 01 november 2024 |
Aanvang: | 11:00 |
Promotors: | prof. dr. C.J.C. (Claudine ) Lamoth, prof. dr. T. (Tibor) Hortobagyi, prof. dr. N. Vuillerme |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Voetafdrukken van veroudering
De levensverwachting is hoger dan ooit. In 2029 zal ongeveer 25% van de Nederlandse bevolking 65 jaar of ouder zijn. Lopen, de meest voorkomende vorm van lichamelijke activiteit bij ouderen, is essentieel voor het behoud van zelfstandigheid. Echter, met het ouder worden kan het lopen bemoeilijkt worden en eventueel leiden tot functionele achteruitgang. Het vroegtijdig herkennen van veranderingen in het lopen is daarom essentieel.
Om te begrijpen hoe leeftijd lopen beïnvloedt, is het belangrijk te onderzoeken hoe veranderingen in loopsnelheid, de meest zichtbare verandering met ouder worden, loopuitkomsten beïnvloeden. Hoewel veel studies het lopen in dagelijkse omgevingen onderzoeken, is de invloed van omgevingsverschillen op het lopen nog onduidelijk. Daarom heeft dit proefschrift van Iris Hagoort onderzocht hoe leeftijd het lopen beïnvloedt wanneer de snelheid en setting van het lopen werden gemanipuleerd. Bovendien is onderzocht welke functionele eigenschappen ten grondslag kunnen liggen aan leeftijdsgerelateerde veranderingen in het lopen.
De resultaten benadrukken de complexiteit van looponderzoek, aangezien de effecten van taakbeperkingen variëren per loopuitkomst. Opmerkelijk is dat in een populatie van ogenschijnlijk gezonde en actieve ouderen, de invloed van taakbeperkingen op loopuitkomsten groter was dan de invloed van leeftijd zelf. Aangezien we beperkte relaties vonden tussen functionele eigenschappen en loopuitkomsten, zijn studies nodig die zich richten op hersenfuncties- en structuren. Daarnaast adviseren we het looppatroon te onderzoeken in gecontroleerde, maar uitdagende omgevingen. Het onderzoeken van biologische veroudering en een levensloopbenadering kan ons inzicht in leeftijdsgerelateerde veranderingen in het lopen vergroten en kan helpen bij het ontwerpen van interventies om een gezonde loopvaardigheid te behouden.