Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Biophysical perspective on submaximal handcycle propulsion in able-bodied men

Biomechanics and physiology of different gear, mode and steering settings
Promotie:dr. C. Kraaijenbrink
Wanneer:27 oktober 2022
Aanvang:12:45
Promotors:prof. L.H.V. (Lucas) van der Woude, prof. dr. H. Wagner
Copromotors:dr. R.J.K. (Riemer) Vegter, dr. C. Bohn
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Biophysical perspective on submaximal handcycle propulsion in
able-bodied men

Optimale instellingen voor handbike gebruikers

Voor personen die alleen hun bovenlichaam kunnen gebruiken om te bewegen, is de handbike een handig hulpmiddel om sporten en buiten bewegen toch mogelijk te maken. Bij de handbike gebruik je je armen en romp om pedalen rond te draaien en de fiets voort te bewegen. Het apparaat wordt bovendien vaak gebruikt in revalidatietrajecten. In dit proefschrift onderzocht Kraaijenbrink wat de meest efficiënte instellingen van de handbike zijn voor het bevorderen van dagelijkse mobiliteit.

Kraaijenbrink keek onder andere naar de versnellingen, de crank modus en de mogelijkheid tot sturen, en hoe dit het beste ingesteld kan worden tijdens de vroege fase van revalidatie. Op basis van het onderzoek raad de promovendus handbike gebruikers aan om een cadans van 50 omwentelingen per minuut aan te houden tijdens het fietsen. Hiervoor moet de fiets wel worden uitgerust met meerdere versnellingen, en de cranks moeten parallel worden gemonteerd zodat de handen tegelijkertijd bewegen. Dit voorkomt onverwachte stuurbewegingen. Deze instellingen kunnen volgens Kraaijenbrink het best bij zowel het oefenen in fitnesszalen als in de praktijk gebruikt worden.

Curriculum Vitae Cassandra Kraaijenbrink

De titel van het proefschrift luidt: “Biophysical perspective on submaximal handcycle propulsion in able-bodied men - biomechanics and physiology of different gear, mode and steering settings.” Cassandra Kraaijenbrink (1992) studeerde bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze deed haar promotieonderzoek bij het SHARE Instituut van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en het Sportinstituut van de Westfälische Wilhelmsuniversität in Münster. Inmiddels is ze werkzaam als onderzoekscoördinator bij het UMCG.