Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

From the nature of dark matter to the escape of hydrogen ionizing photons

Promotie:Dhr. J.G. (Jonas) Bremer
Wanneer:05 december 2022
Aanvang:12:45
Promotors:P. (Pratika) Dayal, Prof, prof. dr. R.F. (Reynier) Peletier
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Science and Engineering
From the nature of dark matter to the escape of hydrogen ionizing
photons

Onderzoek naar warme donkere materie

Donkere materie vormt het merendeel van de massa in het heelal en is een uiterst belangrijke component van sterrenstelsels en hun vorming. De precieze aard van donkere materie vormt een kernvraag in de astrofysica. Het op dit moment meest geaccepteerde kosmologische paradigma is koude donkere materie model. Maar niet alle waarnemingen kloppen met dit model. Inconsistenties met waarnemingen op kleine schaal hebben astronomen ertoe gebracht alternatieven te ontwikkelen.

In zijn promotieonderzoek richtte Jonas Bremer zich op zo’n alternatief model, de warme donkere materie. Hij heeft geprobeerd de deeltjesmassa hiervan ervan te bepalen. Vervolgens heeft hij zich gericht op het interstellaire medium van sterrenstelsels om hun ontsnappingsfractie van Lyman continuüm fotonen te bepalen. Dit is een fundamentele parameter van sterrenstelsels in de eerste miljard jaar van het heelal, aangezien de emissie van deze fotonen de overgang van een neutraal naar een sterk geïoniseerd intergalactisch medium veroorzaakt, in wat het tijdperk van re-ionisatie is genoemd.

Breman behandelde vragen als: hoe wordt de ontsnappingsfractie gevormd door de eigenschappen van sterrenstelsels? Welke rol speelt het ontsnappingsmechanisme? Wat is de invloed van dubbelsterren op de ontsnappingsfractie? Om deze belangrijke astrofysische onderwerpen te bestuderen, gebruikte hij DELPHI, een model dat is ontworpen om de vorming van vroege sterrenstelsels te modelleren.

Jonas Bremer verrichtte zijn promotieonderzoek bij de afdeling Sterrenkunde van het Kapteyn Instituut, met financiering via de European Research Council.