Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Understanding the extreme classes of dwarf galaxies

Promotie:Dhr. T. (Teymoor) Saifollahi
Wanneer:22 maart 2022
Aanvang:16:15
Promotors:prof. dr. R.F. (Reynier) Peletier, prof. dr. E.A. (Edwin A.) Valentijn, prof. dr. J.H. Knapen
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Science and Engineering
Understanding the extreme classes of dwarf galaxies

Extremen werpen licht op donkere materie

Er is bewezen dat meer dan 80 procent van de materie in het universum bestaat uit donkere materie, die niet met normale materie reageert behalve via zwaartekracht zoals sterren en gas in sterrenstelsels. Donkere materie is dus onzichtbaar, het produceert geen licht of andere straling. Sterrenstelsels bestaan voor het grootste deel uit donkere materie, wat betekent dat de andere hoofdingrediënten, zoals sterren en neutraal gas, maar een klein deel van de totale massa opmaken.

De hoeveelheid donkere materie ten opzichte van sterren en gas varieert tussen verschillende stelsels. Zware stelsels zoals de Melkweg hebben tien keer meer donkere materie dan sterren en gas samen, terwijl lichtere stelsels wel 100 tot 1000 keer meer donkere materie hebben. Deze lichtere stelsels worden ook wel dwergsterrenstelsels genoemd. Dwergsterrenstelsels bevatten in verhouding de meeste donkere materie van alle objecten in het universum. Dus als we de aard van donkere materie beter willen begrijpen moeten we naar dwergsterrenstelsels kijken en meer over ze te weten komen.

Tot nu toe heeft onderzoek naar dwergsterrenstelsels zich vooral gericht op de gedetailleerde eigenschappen van nabije of de meest voorkomende soorten dwergsterrenstelsels. Diepgaand inzicht kan echter ook worden verkregen door de meest extreme gevallen te bestuderen. Daarom richtte het promotieonderzoek van Teymoor Saifollahi zich op twee extreme klassen dwergsterrenstelsels: ultra-diffuse sterrenstelsels (UDG’s) en ultra-compacte sterrenstelsels (UCD’s). UDG’s zijn de meest diffuse en UCD’s de meeste compacte klasse onder de dwergsterrenstelsels. Deze twee klassen hebben verschillende vragen aan het licht gebracht die ons begrip van dwergsterrenstelsels, donkere materie en de vorming en evolutie van sterrenstelsels op hun grondvesten hebben doen schudden.

Het promotieonderzoek van Teymoor Saifollahi vond plaats bij de afdeling Sterrenkunde van het Kapteyn Instituut, met financiering via een Marie Skłodowska-Curie beurs uit het EU Horizon2020 programma. Hij werkt nu als postdoc aan de RUG.