« Qui ne risque rien, n’a rien »: Conflict, distributional outcomes, and property rights in the copper- and cobalt-mining sector of the DRC
Promotie: | Mw. S.G. (Sarah) Katz-Lavigne |
Wanneer: | 23 januari 2020 |
Aanvang: | 12:45 |
Promotors: | J.H. (Jaap) de Wilde, prof. dr. J. Daudelin, prof. dr. J. Hönke |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Letteren |
Conflict en eigendomsrecht in mijnbouw DRC
De Democratische Republiek Congo is rijk aan koper en kobalt, grondstoffen die zeer gewild zijn op de wereldmarkt. In Zuidoost-Congo heeft large-scale mining (LSM), oftewel grootschalig mijnwerk, een lange geschiedenis, met een opleving na het eind van de burgeroorlog in 2003. Deze opleving van LSM-investeringen heeft erin geresulteerd dat artisanaal of kleinschalig mijnwerk is vervangen door grote bedrijven. In de academische literatuur en beleidsvorming wordt deze dynamiek soms geconceptualiseerd als voortdurend zorgend voor conflict tussen LSM-bedrijven en artisanale mijnwerkers. Er is echter variatie in de conflicten. Sarah Katz-Lavigne relateert deze variatie aan de interactie tussen drie sleutelfactoren van het eigendomsrechtenregime in en om LSM-locaties. Ze noemt deze corporate enforcement, authorised clandestine extraction en unauthorised clandestine extraction. Clandestien mijnwerk blijft voortbestaan, terwijl externe partijen zich in LSM-concessies worstelen. De veiligheidstroepen gebruiken dwangmaatregelen om de LSM-locaties te ‘sluiten’ voor onbetaalde toegang door artisanale mijnwerkers. Conflicten ontstaan wanneer de kosten van het verstrekken van eigendomsrechten en het handhaven van informele overeenkomsten te hoog worden voor de beveiligers, waarvan het werk in gevaar is, en voor bedrijven met zorgen over hun reputatie. De interactie van de verschillende facetten heeft ook consequenties voor de distributie van middelen onder verschillende groepen waaronder vrouwen, verschillende soorten handelaren en etnische gemeenschappen. Daarom worden [corporate] eigendomsrechten onderhandeld en betwist: de veiligheidstroepen en overheidsactoren definiëren en handhaven andere eigendomsrechten in de context van ‘illegaliteit’. Deze bevindingen helpen verklaren waarom artisanale mijnwerkers regelmatig vreedzaam werken op LSM-locaties. Deze bevindingen zijn relevant voor andere Afrikaanse landen waar artisanale mijnwerkers ‘illegaal’ werken.