Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Religious book owners and their networks

Lay religious practices and social connectivity in the urbanized Low Countries (c.1370-c.1550)
Promotie:C.W. Zwart
Wanneer:04 juli 2024
Aanvang:11:00
Promotor:prof. dr. C.G. (Catrien) Santing
Copromotor:dr. A. (Arie) van Steensel
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Letteren
Religious book owners and their networks

Sociale rol religie in late middeleeuwen blijkt erg groot

Promovenda Cora Zwart onderzocht de weinig bekende sociale rol van religie in het leven van laatmiddeleeuwse leken in de Nederlanden. Het huidige idee is dat godsdienst vooral iets particuliers is en los staat van de samenleving. In haar proefschrift schotelt Zwart ons een heel ander beeld voor uit ons eigen verleden van zo'n 600 jaar geleden. Godsdienst blijkt veel meer iets van iedereen geweest te zijn, niet alleen van kloosterlingen en andere religieuzen, en ook een rol te hebben gespeeld in de sociale samenhang binnen verschillende netwerken, persoonlijke zowel als stedelijke.

Voor vooraanstaande stedelijke leken in de Lage Landen van de vijftiende eeuw was godsdienst niet alleen een zaak van persoonlijke devotie, concludeert Zwart. Godsdienstig getinte handelingen werden ook ingezet om de relatie met anderen uit hun persoonlijke netwerk te verstevigen en continueren, ja zelfs met mensen daarbuiten. Hoe je als een christelijk persoon moest handelen was erg belangrijk zowel voor het leven op aarde als voor het hiernamaals. Zwart heeft in haar onderzoek individuele leken geïnventariseerd aan de hand van hun nog bestaande religieuze boeken; handschriften met bezittersmerken en notities. 120 boekbezitters, meest stedelijke elite, vormen de hoofdpersonen van de studie.

Het geheel van het persoonlijke gebruik van hun boeken, van andere religieuze objecten en hun religieus gekleurde schenkingen en giften laat zien dat ze via verschillende werken van barmhartigheid verbinding met anderen zochten. Zwart toont aan dat getijdenboeken thuisgebruik verraden, meestal van moeders, gericht op persoonlijke devotie, het aanleren van gebeden en het begin van lezen en schrijven aan jonge kinderen, en het memoreren van overleden familieleden; religieuzen èn leken. Vaders hadden vaker catechetiserende boeken voor het vervolgonderricht. Huisaltaren ondersteunden de opvoeding, maar de gezamenlijk afgebeelde heiligen en opdrachtgevers met heraldiek, en het religieus openen en sluiten van de luiken getuigen tevens van de verwevenheid van het sacrale en wereldse in de huiselijke ruimte en de dynamiek hiervan. In haar onderzoek toont Zwart aan dat deze leken religieuze educatie gaven en ontvingen, mensen in nood steunden en zelfs soms probeerden de stedelijke bevolking de (naar hun mening) juiste christelijke weg te wijzen om zo de sociale en politieke cohesie te versterken. De vele keren dat men als wederdienst om gebeden voor de ziel vraagt, geven aan dat de christelijke gemeenschap die men bij leven probeerde te vormen, ook na de dood wilde behouden en doorzetten. Hun objecten met verzoeken om gebed voor de ziel zouden anderen voor zeer lange tijd de goede weg tonen en henzelf uiteindelijk een voortdurende wolk van gebed opleveren.