Oratie dhr. prof.mr.dr. H.D. van Romburgh: Quod non est in actis ... Van proportionaliteit naar professionaliteit
Wanneer: | di 09-12-2014 om 16:15 |
Waar: | Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen |
Oratie: dhr. prof.mr.dr. H.D. van Romburgh
Titel: Quod non est in actis ... Van proportionaliteit naar professionaliteit
Leeropdracht: Aanbestedingsrecht
Faculteit: Rechtsgeleerdheid
Binnen de Europese Unie staat het interstatelijk handelsverkeer als één van de pijlers van het Europees recht centraal. Interstatelijk handelsverkeer is alleen mogelijk bij een voldoende borging van non-discriminatie naar nationaliteit en het gelijkheidsbeginsel. Een dergelijke waarborg bestaat alleen bij voldoende transparantie. Dat beogen de Europese richtlijnen met betrekking tot het verstrekken van overheidsopdrachten te bereiken.
De Nederlandse wetgever heeft met de Aanbestedingswet 2012 niet alleen de Europese richtlijnen in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd, maar ook een nationale invulling gegeven aan onder meer het begrip proportionaliteit.
Prof.mr. Huib van Romburgh schetst in zijn oratie de complexiteit van de aanbestedingsregelgeving en toont die aan met een aantal sprekende voorbeelden. Zeker bij casuïstische regelgeving als de onderhavige lijkt het minder verstandig Europeesrechtelijke begrippen nationaal nader in te vullen. Dat is veel meer een zaak van de rechter. Daarnaast heeft het Europese Hof van Justitie immers altijd het laatste woord. Het meer regelen dan Europeesrechtelijk noodzakelijk, kan risico’s met zich brengen ten aanzien van flexibiliteit door aanbestedende diensten. Dat kan de doelmatigheid en de mogelijkheden voor innovatie beperken. Dat is onwenselijk.
Van Romburgh suggereert om de koers te verleggen van een palet regels gericht op onder meer proportionaliteit naar een streven naar professionaliteit. Ook de Europese Commissie heeft afgelopen zomer een voorzichtig voornemen daartoe uitgesproken.
Een bevorderen van professionaliteit, zowel aan de zijde van de inkopende overheid als aan de zijde van marktpartijen kan onder meer worden bereikt door stevige vormen van certificering. Een professioneel handelende overheidspartij handelt automatisch proportioneel waar dat moet, maar heeft de ruimte om binnen de bestaande kaders doelmatigheid en innovatie te bevorderen. Daar moet het uiteindelijk toch om gaan.
Nu de Aanbestedingswet 2012 door de komst van nieuwe Europese richtlijnen aan revisie toe is, zou de voorgestelde koerswijziging voor de wetgever te overdenken zijn.