Consument vaak opgesloten in supermarktmonopolie
Bijna een op de vier Nederlanders moet meer dan een kilometer extra afleggen om de dichtstbijzijnde supermarkt links te laten liggen en naar een concurrent te gaan. Dit blijkt uit een onderzoek van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen dat is gepubliceerd in het tijdschrift Economisch Statistische Berichten (ESB).
Als consumenten teveel reiskosten moeten maken of moeite moeten doen om een vergelijkbaar product bij een verder weg gelegen concurrent te halen, is er sprake van een zogenaamd 'ruimtelijk monopolie'. Dit verschijnsel is door de onderzoekers voor de supermarkten in Nederland in kaart gebracht.
Omdat een kleine buurtsuper geen gelijkwaardig alternatief vormt voor een grotere supermarkt is in het onderzoek vooral gekeken naar de supermarkten die vijf of meer kassa’s hebben (1930 vestigingen). Deze supermarkten zijn niet alleen onderling goed vergelijkbaar, maar nemen ook het grootste aandeel van de totale bestedingen van de consumenten voor hun rekening.
De extra afstand die de consument bereid is af te leggen om niet naar de dichtstbijzijnde supermarkt, maar naar een verderop gelegen concurrent te gaan, is onderzocht voor 300, 500 en 1000 meter. Deze afstanden zijn in een rechte lijn gemeten; in werkelijkheid zijn ze via het wegennet ongeveer 20 procent langer.
Als de grens bij 1000 meter wordt gelegd, bevindt ruim 23 procent van de consumenten zich in een ruimtelijk monopolie. De belangrijkste ketens die hiervan profiteren zijn Albert Heijn met ruim acht procent, gevolgd door Jumbo met vier procent en C1000 met 3,6 procent. Bij een grens van 500 meter zou zelfs voor 45 procent van de bevolking sprake zijn van een monopolie, maar die extra afstand is waarschijnlijk alleen voor consumenten die lopend, met de fiets of met het openbaar vervoer hun boodschappen halen een probleem.
Butgetmerken
Apart is gekeken naar de positie van de budgetmerken Aldi en Lidl. Deze hebben lang niet allemaal vijf of meer kassa’s, maar liggen vaak als alternatief dicht in de buurt van de grotere, luxere supermarkten. Als alle vestigingen van beide merken als gelijkwaardig alternatief voor de grotere supermarkten worden beschouwd, daalt het ruimtelijk monopolie van 23 naar 18 procent. Ook dan is bij een grens van 500 meter echter nog altijd 33 procent van de bevolking gevangen in een ruimtelijk monopolie.
Grote steden
Landelijk gemiddeld is Albert Heijn voor 36 procent van de bevolking de dichtstbijzijnde supermarkt, maar in de grote steden ligt dit percentage veel hoger. Absolute uitschieter is de gemeente Den Haag, waar ruim 75 procent van de bevolking Albert Heijn als dichtstbijzijnde supermarkt heeft en 14 procent geen alternatief heeft binnen een extra af te leggen afstand van een kilometer. Bij een drempel van vijfhonderd meter is dit zelfs 44 procent. De stad Groningen is een goede tweede: 63 procent heeft Albert Heijn het dichtstbij, 12 procent moet meer dan een kilometer verderop zoeken naar een alternatief, en 39 procent heeft tenminste vijfhonderd meter extra nodig om een concurrent te bereiken.
Van de tien grote steden heeft Nijmegen heeft het meest gevarieerde aanbod. Zowel Albert Heijn als de Coop zijn voor ongeveer 30 procent van de bevolking het dichtstbij en het aantal inwoners dat zich in een vijfhonderd meter of een kilometer monopolie bevindt is te verwaarlozen.
Beleid ontwikkelen
De discussie over de vraag bij welk percentage een ruimtelijk monopolie maatschappelijk ongewenst is, wordt nog nauwelijks gevoerd. Een zeldzame uitzondering is het rijksbeleid bij de veiling van benzinepompen langs de snelwegen, waarbij de regel geldt dat binnen 25 kilometer in één rijrichting niet twee pompen van hetzelfde merk mogen staan. Voor wat betreft de supermarkten ligt het voor de hand om de gemeentelijke overheden op dit punt beleid te laten ontwikkelen. Een wettelijk instrumentarium hiervoor is echter nog geheel afwezig.
Noot voor de pers
Meer informatie: dr. T.M. Stelder, Faculteit Economie en Bedrijfskunde, tel: 050-363 3725 (werk), 050-850 8367 (privé), e-mail: t.m.stelder rug.nl
Artikel: http://esbonline.sdu.nl (alleen voor abonnees)
Laatst gewijzigd: | 21 juli 2023 12:03 |
Meer nieuws
-
21 oktober 2024
Liekuut | Vol stroomnet? We moeten efficiënter omgaan met een schaars goed
Er is een boel gezegd over het vollopen van het stroomnet, en er wordt ook hard gewerkt aan uitbreiding van het net. Maar, zegt Machiel Mulder, hoogleraar Energie-economie bij de Rijksuniversiteit Groningen, het net vergroten is niet de...
-
01 oktober 2024
Oratie Milena Nikolova: The Economics of Happiness
Op vrijdag 11 oktober 2024 houdt hoogleraar Milena Nikolova haar oratie voor de Aletta Jacobs leerstoel in ‘the Economics of Well-being’. In haar oratie verkent Nikolova de economie van het geluk, waarbij ze de historische wortels en de moderne...
-
23 september 2024
Erik Buskens nieuwe wetenschappelijk directeur a.i. Aletta Jacobs School of Public Health
Op voordracht van het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) is Erik Buskens per direct de nieuwe wetenschappelijk directeur van de Aletta Jacobs School of Public Health (Aletta).