Psychosocial adversity and adolescents’ mental health problems
Promotie: | Mw. A.R.E. (Annaroos) Zandstra |
Wanneer: | 24 oktober 2016 |
Aanvang: | 14:30 |
Promotor: | J. (Hans) Ormel |
Copromotor: | dr. C.A. (Catharina) Hartman |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Relatie stress en psychopathologie in adolescentie onder de loep
Het lijkt onwaarschijnlijk dat een enkele biologische variabele, zoals basaal cortisolniveau of de hartslag in rust, in de klinische praktijk gebruikt kan worden om het risico op emotionele problemen of gedragsproblemen in de adolescentie in te schatten. Dat concludeert Anna Roos Zandstra, die op basis van het grote TRAILS-onderzoek studie maakte van drie biologische factoren die het risico op het krijgen van beide soorten problemen na blootstelling aan stressfactoren mogelijk kunnen vergroten of verlagen.
Blootstelling aan langdurig stressvolle situaties (zoals gepest worden, langdurige ziekte, financiële problemen binnen het gezin of betrokkenheid bij slepende conflicten) is een bekende risicofactor voor emotionele problemen of gedragsproblemen. Maar niet iedereen is even vatbaar. Zandstra wilde deze individuele verschillen beter begrijpen, en wel door het bestuderen van drie biologische factoren die kunnen wijzen op een verhoogde of verlaagde kwetsbaarheid voor stress.
De promovenda bestudeerde het basale cortisolniveau (in rust) gemeten direct na het ontwaken, de hartslag in rust en een Dopamine Receptor D4 genvariant, factoren die in verband worden gebracht met verschillende neurologische en psychische condities. Het onderzoek was gericht op adolescenten, met speciale aandacht voor ‘chronische stressoren’, oftewel langdurig stressvolle situaties. De data werden verzameld binnen het TRAILS-onderzoek, dat 10-12 jarigen volgt tot ze volwassen zijn. Deelnemers waren op de eerste drie meetmomenten gemiddeld 11, 13.5 en 16 jaar oud. De gevonden effecten bleken klein, niet altijd in de verwachte richting en vaak afhankelijk van een andere kwetsbaarheidsfactor; de psychiatrische geschiedenis van de ouders.
Anna Roos Zandstra (1984) behaalde haar mastertitel Klinische en Ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar onderzoek binnen onderzoeksinstituut SHARE van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), gefinancierd door het Ubbo Emmius Fonds en UMCG.