Anatomie en pathologie
Anatomische preparaten
Natte preparaten
Het grootste deel van de collectie anatomische en pathologische preparaten wordt gevormd door zogenaamde natte preparaten: delen van het menselijk lichaam die worden bewaard in een conserveringsvloeistof.
Droge preparaten
Een ander deel van de collectie bestaat uit droge preparaten: menselijke organen waarvan de vaten zijn ingespoten met gekleurde was of kunststof. Het weefsel daaromheen droogde en werd vervolgens met schellak bewerkt. Tegenwoordig worden droge preparaten geplastineerd.
Verder bevat de collectie preparaten ook modellen van was en papier-maché. En ten slotte is er nog een collectie skeletten en schedels.
Verzamelingen
De privéverzamelingen van twee vooraanstaande medische wetenschappers uit de 18e eeuw, Petrus Camper en Pieter de Riemer vormen de kern van de collectie.
Petrus Camper (1722-1789)
De collectie van Petrus Camper, hoogleraar geneeskunde van 1763 - 1774, en zijn zoon Adriaan Gilles Camper bestond uit anatomische-, vergelijkend anatomische- en biologische preparaten, fossielen, mineralen en instrumenten. Na Campers dood is de verzameling in 1820 aan de universiteit geschonken. Er zijn nog zo'n 200 preparaten van Camper in de museumcollectie.
Pieter de Riemer (1769-1831)
Een ander belangrijk deel wordt gevormd door de verzameling van medisch wetenschapper Pieter de Riemer. De Riemer hield zich vooral bezig met anatomie, chirurgie en verloskunde. De verzameling De Riemer, die uit meer dan 900 preparaten bestaat, kwam in 1831 bij de universiteit terecht.
Anatomisch Museum
Tot 2003 was de anatomisch-pathologische collectie te zien in het Anatomisch Museum op het terrein van het Academisch Ziekenhuis Groningen. Toen dit museum werd opgeheven is de collectie ondergebracht bij het Universiteitsmuseum.
Laatst gewijzigd: | 16 maart 2023 16:43 |