De looks van de leider weerspiegelen selectie maar niet prestatie
Datum: | 28 juli 2016 |
Auteur: | Harry Garretsen, Janka Stoker |
Uit onderzoek is genoegzaam bekend dat het uiterlijk van leiders er toe doet. Dit geldt niet alleen voor topmanagers zoals CEOs, maar ook voor politici. Kenmerken zoals geslacht, ethnische achtergrond en fysieke aantrekkelijkheid blijken invloed te hebben op selectiebeslissingen van kiezers of aandeelhouders: mensen die er hoegenaamd uit zien als een sterke, competente leider, worden bijvoorbeeld eerder gekozen en daarmee geschikt geacht als politiek leider of voorzitter van de Raad van Bestuur van een bedrijf. Dit heeft te maken met het beeld dat mensen hebben van een prototypische leider; het hebben van een volwassen, competent gezicht leidt er toe dat mensen bepaalde leiderschapskenmerken aan iemand toedichten.
Sterker nog, een aantal studies concludeert dat het gezicht zelfs voorspellende waarde heeft voor prestaties van organisaties. De gedachte hierbij is dat sterke, krachtige leiders met de spreekwoordelijke ' brede kaak' (de zogenaamde FWH-ratio), ook daadwerkelijk effectiever presteren dan CEOs die niet zo'n gezicht hebben. Een leider van een goed presterend bedrijf zou dus een ander gezicht hebben dan een leider van een minder goed presterend bedrijf. Deze observatie heeft een evolutionaire basis: een competent gezicht is in deze redenering een indicatie voor de effectiviteit van een leider. Het probleem is echter dat er tot nu toe geen onderzoek is dat voor serieuze steekproef van echte bedrijven zowel de selectie als, nog belangrijker, de prestatievraag systematisch heeft geanalyseerd.
In the LEAD heeft dit onderwerp daarom nader onderzocht. Daarbij is zowel gekeken naar de selectie van leiders als vooral naar de vraag of het gezicht van leiders ook uitmaakt voor daadwerkelijke prestaties. Om objectief te kunnen vaststellen of selectie en prestatie samenhangen met het gezicht van CEOs, zocht In the LEAD samenwerking met een expert op het gebied van automatische gezichtsherkenning, Luuk Spreeuwers (Universiteit Twente). Om de selectievraag te beantwoorden hebben we eerst onderzocht of CEOs er anders uitzien dan andere groepen mensen. Daartoe hebben we een grote groep foto's verzameld van CEOs van de Fortune500 bedrijven in de VS. Vervolgens hebben we gebruik gemaakt van een bestaande dataset van Amerikaanse burgers, en hebben we zelf een groot aantal foto's van hoogleraren uit de VS verzameld. Deze foto's hebben we tegen elkaar ' getest' aan de hand van geavanceerde gezichtsherkennings-software. Op basis van deze analyse, kunnen we concluderen dat Amerikaanse CEOs er inderdaad anders uitzien dan de gemiddelde burger in de VS. Bovendien zien ze er ook anders uit dan de gemiddelde hoogleraar in de VS. Overigens vonden we ook dat hoogleraren en burgers significant van elkaar verschillen.
Om de hamvraag van het onderzoek te kunnen beantwoorden hebben we binnen de groep van CEOs de gezichten van de relatief goed presterende en minder goed presterende CEOs met elkaar vergeleken. De test wees zeer eenduidig uit dat er géén significante verschillen waren tussen deze twee groepen CEOs. De belangrijkste bevinding van onze studie is dus dat het gezicht van de CEO niet samenhangt met de bedrijfsprestaties.
Dit leidt tot een aantal conclusies. In de eerste plaats laat ons onderzoek met behulp van geavanceerde gezichtsherkenningstesten zien dat CEOs er anders uitzien dan de 'gemiddelde' mens, en daarmee dat aloude, evolutionaire mechanismes wellicht nog steeds werken bij selectieprocessen. Maar binnen deze groep van leiders kunnen we dus aan de hand van de looks van de CEO dus niet voorspellen wie er beter presteert. Kennelijk zijn die selectiecriteria niet zonder meer een voorspeller van de uiteindelijke prestatie van deze CEOs. Zo bezien houden we elkaar dus bij de selectie van leiders waarschijnlijk voor de gek: eruit zien als een leider wil niet zeggen dat iemand ook goed presteert, oftewel ' what you see is not what you get' . In de tweede plaats zou ons onderzoek uitgebreid kunnen worden naar politiek leiders. Want ook daar weten we inmiddels dat mensen kandidaten kiezen op basis van uiterlijk, maar of dat uiterlijk ook echt voorspelt wie een goede leider is moet dus in twijfel worden getrokken.
Ons onderzoek is recent verschenen in Plos ONE, een open-access journal; hierbij de link naar het artikel en onderstaand de abstract van het paper.
THE FACIAL APPEARANCE OF CEOS:
FACES SIGNAL SELECTION BUT NOT PERFORMANCE
ABSTRACT
Research overwhelmingly shows that facial appearance predicts leader selection. However, the evidence on the relevance of faces for actual leader ability and consequently performance is inconclusive. By using a state-of-the-art, objective measure for face recognition, we test the predictive value of CEOs' faces for firm performance in a large sample of faces. We first compare the faces of Fortune500 CEOs with those of US citizens and professors. We find clear confirmation that CEOs do look different when compared to citizens or professors, replicating the finding that faces matter for selection. More importantly, we also find that faces of CEOs of top performing firms do not differ from other CEOs. Based on our advanced face recognition method, our results suggest that facial appearance matters for leader selection but that it does not do so for leader performance.