Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Academische Werkplaats ADHD en druk gedrag van start

10 november 2016

Op 1 december aanstaande gaat de Academische Werkplaats ADHD en druk gedrag van start. Doel van dit samenwerkingsverband is het beantwoorden van vragen vanuit de samenleving en de wetenschap over gepaste zorg bij ADHD en druk gedrag. In 2014 verscheen een rapport van de Gezondheidsraad naar aanleiding van het sterk toegenomen gebruik van medicatie voor de behandeling van ADHD bij kinderen. Terwijl er geen aanwijzingen zijn dat het gedrag van kinderen in de afgelopen decennia is veranderd, blijkt een groeiend aantal jeugdigen met ADHD-achtige problemen in het hulpcircuit terecht te komen. Een belangrijke conclusie van de Gezondheidsraad was dat meer kennis noodzakelijk is om te bepalen of kinderen de hulp krijgen die ze nodig hebben, zonder daarbij in een te zwaar zorgtraject terecht te komen (“gepaste zorg”).

De Academische Werkplaats betreft een samenwerking tussen Accare Kinder- en Jeugdpsychiatrie, de afdeling Klinische Neuropsychologie van de Vrije Universiteit, de afdeling Orthopedagogiek van de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool Groningen. Ook diverse gemeenten, andere afdelingen van de Rijksuniversiteit Groningen, verschillende onderwijsorganisaties, oudervereniging Balans en tal van zorginstellingen voor jeugd nemen deel aan het project, dat onderzoek, onderwijs, beleid en praktijk dichter bij elkaar moet brengen. Samen hopen de partijen met een subsidie van ZonMW bij te dragen aan het realiseren van passende zorg voor alle kinderen binnen het spectrum van druk gedrag tot ernstige ADHD.

Voorlichting over (de aanpak van) druk gedrag en ADHD

Druk gedrag hoeft niet altijd medicamenteus behandeld te worden. Een van de deelprojecten binnen de Academische werkplaats betreft het ontwikkelen en verspreiden van voorlichting over (de aanpak van) druk gedrag en ADHD. Er bestaan meerdere effectief bewezen gedragstherapeutische programma's voor de aanpak van druk gedrag en ADHD. Niet iedere instelling en school is echter bekend met deze programma's. Daarnaast blijkt in sommige voorlichting aan ouders, kinderen, leerkrachten en professionals een biomedische visie op ADHD te overheersen. Door ADHD te omschrijven als een aanwijsbaar hersendefect kan wellicht het geloof en vertrouwen in pedagogische en psychologische interventies afnemen. Om het effect van die interventies te optimaliseren is juiste voorlichting over ADHD en druk gedrag noodzakelijk.

Ouder- en leerkrachtinterventies

Binnen de Academische Werkplaats worden laagdrempelige programma’s voor leerkrachten en ouders ontwikkeld die een minimale inzet van professionals vereisen voor de aanpak van druk gedrag. Er zijn programma’s voor ouders van kinderen bij wie ADHD gediagnosticeerd is, en programma’s voor ouders van kinderen met druk gedrag, zonder dat daarbij een diagnose is gesteld. Deze interventies kunnen zowel voorafgaand als tijdens medicamenteuze behandeling ingezet worden.

Medicatie

Er is ook aandacht voor het toegenomen gebruik van methylfenidaat (bijvoorbeeld Ritalin, Concerta) door kinderen en jongeren met een ADHD diagnose. Een belangrijke oorzaak van deze toename is gelegen in het feit dat kinderen en jongeren methylfenidaat steeds langer zijn gaan gebruiken. Er zijn echter met name op de langere termijn belangrijke twijfels met betrekking tot de effectiviteit en veiligheid van deze middelen. Binnen de Academische Werkplaats zal daar onderzoek naar gedaan worden. Ook gaat de Academische Werkplaats onderzoeken of het in de klinische praktijk haalbaar is om jeugdigen die al langere tijd methylfenidaat gebruiken hun medicatie te laten afbouwen.

Stepped diagnosis

De projecten binnen de werkplaats passen in het zogenoemde “Stepped Diagnosis model”. Dit model is bedoeld om overdiagnostiek te voorkomen zonder onderbehandeling te riskeren en het beschrijft vijf stappen (probleeminventarisatie, normaliseren, watchful waiting, zelfhulp, groepscursussen) die genomen kunnen worden alvorens een kind door de sturen naar de geestelijke gezondheidszorg voor diagnostiek en specialistische behandeling. De doelen van “Stepped Diagnosis” zijn het normaliseren van opvoedproblemen, het optimaal gebruik maken van de mogelijkheden en krachten van ouders en leerkrachten, het terugdringen van onnodige diagnostiek en behandeling en het daarmee bewaren van specialistische zorg voor kinderen en gezinnen met de meest ernstige en hardnekkige problemen.

Voor meer informatie:

Afdeling Orthopedagogiek, faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen

  • Dr. Laura Batstra, l.batstra rug.nl
  • Drs. Sanne te Meerman, s.te.meerman rug.nl

Hanzehogeschool Groningen

  • Dr. Jeannette Doornenbal, j.m.doornenbal pl.hanze.nl
  • Lotte Koning MSc, l.g.koning pl.hanze.nl

Accare/RUG:

  • Prof. dr. Pieter Hoekstra, p.hoekstra accare.nl
  • Dr. Barbara van den Hoofdakker, b.van.den.hoofdakker accare.nl

Afdeling Klinische Neuropsychologie VU

  • Prof. dr. Jaap Oosterlaan, j.oosterlaan vu.nl
  • Dr. Marjolein Luman, m.luman vu.nl
Laatst gewijzigd:20 juni 2024 07:47

Meer nieuws

  • 05 november 2024

    Hebben ouders invloed op de roze of grijze bril van hun kinderen?

    Hoe ontstaat een positieve blik eigenlijk? In hoeverre is opvoeding hierbij van belang? En welke rol speelt optimisme eigenlijk in het dagelijks leven van ouders en kinderen? Charlotte Vrijen probeert een antwoord te vinden op deze vragen. Ze doet...

  • 10 september 2024

    Steeds weer de verkeerde

    Julie Karsten onderzoekt hoe ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag de online partnerkeuze van jongeren beïnvloeden. Ze richt zich vooral op de vraag of mensen die eerder ‘dader’ of ‘slachtoffer’ zijn geweest elkaar opzoeken. Door deze...

  • 09 september 2024

    Mensen met psychose vaak slachtoffer van geweld

    Mensen met een psychose worden veel vaker slachtoffer van geweld en criminaliteit dan de algemene bevolking. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Bertine de Vries, dat zij op 19 september verdedigt aan de Rijksuniversiteit Groningen.