Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

De taal van pijn

17 april 2012

Oratie: dhr. prof.dr. G.J. Groen, 16.15 uur, Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Titel: De taal van pijn

Leeropdracht: Anesthesiologie, i.h.b. pathofysiologie, diagnostiek en (farmaco)therapie bij acute en chronische pijn

Faculteit: Medische Wetenschappen

Ondanks allerlei verheugende ontwikkelingen in techniek en inzicht in pijnbehandelingen, vormt de groep patiënten met chronische pijn de grootste patiëntenpopulatie in Nederland. Het gaat om meer dan twee miljoen mensen, oftewel één op de acht Nederlanders. In zijn oratie gaat prof.dr. Gerbrand Groen in op de vragen: Hoe komt dat? En: hoe kan het anders?

Als we gezond oud willen worden (Healthy Ageing is een van de centrale Groningse onderzoeksthema’s), zullen we ons eerst gezond moeten voelen, stelt Groen. Adequate pijn(h)erkenning en pijnbehandeling is daar onlosmakelijk mee verbonden. Onderbehandelde acute pijn kan leiden tot chronische pijn, is vastgesteld op basis van onderzoek naar de langetermijneffecten van postoperatieve pijn. Een goede onderdrukking van acute pijn zou dus de kans op chronische pijn verminderen. Om die reden is de postoperatieve pijnbestrijding in ziekenhuizen vaak georganiseerd in de vorm van een Acute Pijn Service, die bij acute pijn ≥ 4 (schaal 0-10), snel de analgetica (pijnstillers) ophoogt in doses en sterktes voor een adequate pijnstilling. Binnen het ziekenhuis begint men dus bovenaan de zogenaamde WHO-pijnladder.

Hoe anders is dat buiten het ziekenhuis. Het is onbekend welke patiënten, op welke wijze en op welk tijdstip, pijnmedicatie tot zich nemen. Het is ook onbekend welke patiënten wel een dokter opzoeken voor hun klachten en welke patiënten dat niet doen. Verder begint men veelal onderaan de pijnladder, met lage doses en lage sterktes, terwijl ook extramuraal het adagium ‘met het goed behandelen van acute pijn verklein je de kans op chronische pijn’ zou moeten gelden.

Veel informatie over de processen die deze transformatie beïnvloeden is bekend uit proefdieronderzoek. Men gaat ervan uit dat deze sensitisatie ook voor de mens geldt. In het UMC Groningen kiezen we het acute lumbosacrale radiculaire syndroom (LRS), waarbij een of meer lagere zenuwwortels geprikkeld zijn als gevolg van een rughernia, als toetsingsmodel. Snelle en hoge pijnmedicatie in de eerste acute fase moet op de langere termijn het aantal chronische LRS-patiënten doen verminderen, met als gevolg minder ziekteverzuim en minder beroep op hulpmiddelen en primaire preventie van chronische pijn. Secundaire preventie van chronische pijn kan gezocht worden in de subacute fase, door stringentere psychosociale diagnostiek en een vroegere revaliderende aanpak.

De kwaliteit van de pijnbehandeling is ook in de chronische fase van belang. Tot op heden zijn de resultaten van de anesthesiologische behandelmethoden enigszins teleurstellend. Dit kan niet alleen toegeschreven worden aan beperkt inzicht in de fysische achtergronden van behandelingen en aan een te beperkte diagnostiek, maar ook aan inclusies van te heterogene patiëntenpopulaties. Om die reden staan de invasieve pijnverrichtingen onnodig onder druk.

Groen pleit ervoor dat de gehele anesthesiologische pijngemeenschap zich van nu af aan hard maakt voor onderzoek dat inzicht geeft in voorspellende factoren voor een positief behandelresultaat, en dat die gemeenschap ook kiest voor multimodale behandelstrategieën waarbij de pijnvermindering een ondersteunde rol krijgt toebedeeld. Dit kan het meest eenvoudig worden bereikt wanneer de universitaire pijncentra faciliterend zijn ten behoeve van de grotere omgevende pijncentra, en samen met de regionale centra cohorten patiënten gaan volgen op zoek naar predictiefactoren. Uiteindelijk zullen deze de inclusiecriteria bepalen voor een definitieve enriched Randomized Controlled Trial (RCT). De noordoostelijke regio is daar een perfect model voor. Financiële dekking voor deze continue onderzoekslijn - ook toepasbaar bij nieuwe producten - kan worden gevonden door toeleverende industrieën te belasten met een opslag, de BTO, Betaling Toegevoegd Onderzoek. Zo snijdt het mes aan twee kanten: patiënten, behandelaren en zorgverzekeraars krijgen op relatief korte termijn inzicht in de effectiviteit, en de industrie krijgt via onderzoek in de publieke sector snel uitsluitsel over de effectiviteit van nieuwe behandelingen.

Laatst gewijzigd:13 maart 2020 01:00
View this page in: English

Meer nieuws

  • 15 mei 2024

    Veel kinderen met ADHD kunnen eerder stoppen met Ritalin

    Een deel van de kinderen met ADHD zou na twee jaar kunnen stoppen met het gebruik van Ritalin. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Anne-Flore Matthijssen.

  • 13 mei 2024

    Moleculen stilzetten

    In zijn laboratorium bouwt natuurkundige Steven Hoekstra aan een opstelling die bestaat uit twee delen: een apparaat dat moleculen van barium-fluoride maakt, en een ander apparaat dat deze moleculen bijna stilzet om ze te kunnen onderzoeken.

  • 06 mei 2024

    Impact: 'URinControl', behandeling van urineverlies via app

    Een van de drie onderzoekers die genomineerd zijn voor de Ben Feringa Impact Award 2024 is huisarts en onderzoeker-epidemioloog Anne Loohuis. Loohuis deed onderzoek naar de behandeling van urineverlies door middel van de zelfhulp-app 'URinControl'....